vrijdag, december 30, 2005

‘Another “48” hours’ in Stockholm. (dec 2005)

13 december 2005:

First we take Manhattan, then we take Berlin… De tijd vliegt. Onze laatste gezamenlijke trip naar Berlijn is alweer een goede tien maand geleden. Het was de week van Valentijn, 14 februari. Hoog tijd dus voor een nieuw avontuur van de Indiaan uit Gentbrugge (Wilde Wapperende Maan) en zijn papiermakende collega!

Een tijdje geleden moesten we afscheid nemen van onze collega Luc, die een 3-tal maanden naar een Zweedse vestiging mocht gaan werken als “support assistent” bij de opstart van een nieuwe papiermachine. Waarom hij de uitverkorene was, is ons nog niet helemaal duidelijk. Uiteraard waren er meerdere kandidaten, waaronder Uw dienaars, ondergetekenden Stephan en Koen. Reden temeer om eens persoonlijk het land van de vikings te gaan verkennen en eventueel een bezoekje te brengen aan onze collega Luc. Stockholm leek ons een ideale uitvalsbasis.
Groot was mijn verbazing toen ik op zoek ging naar een goedkope vlucht naar het noorden. Op de site van Ryanair konden we een vlucht boeken voor 2 eurocent H/T. Dus beste Freya, met alle taksen inbegrepen konden we vliegen voor minder dan 25 euro!
Hoe zoiets kan? Ik weet het niet, maar naar het schijnt zou Ryanair topman Michael O’ Learry over een vermogen van om en bij het 500 miljoen euro beschikken. Dat stemt mij gerust voor de toekomst. Genoeg gezeverd. Nu actie!!!

Ryanair moet over “super nafte” beschikken, want 45 minuten voor tijd komen we aan in Skävsta. Het is 22h00 & wat kouder dan in België, en we zijn verbaasd als we zien dat we de 300 meter vanaf het vliegtuig tot aan het luchthavengebouw te voet moeten afleggen. Aha! Dus zo bespaart Ryanair… Als geroutineerde reizigers passeren we de bagagedraaiband en stappen direct door naar de bushalte. Een busticket wordt met creditkaart betaald en als eersten zitten we op de bus die ons naar de Scandinavische metropool moet brengen. Als een kwartier later de bus vol zit, zet de bejaarde -moet men hier niet tot 67 jaar werken?- chauffeur zijn mastodont in beweging en glijden we door de vlaktes naar Stockholm. Er zit een rode gloed in de hemel. Wat later wordt het zwart voor mijn ogen. De slaap heeft me overmand. Als ik wakker word, zie ik dat ook de ogen van Koen het verloren hebben van de zwaartekracht. Als we rond middernacht aan het Centraal Station van Stockholm toekomen, schiet hij wakker. We zoeken ons een weg door het station, en mede door het gebruik van mijn beste Zweeds, vinden we de weg naar Vasagaten, de straat waar ons hostel zich bevindt. Na 500 meter stappen komen we aan in het ‘city backpakkers’ hostel. De man aan de balie geeft ons wat informatie. We krijgen de toegangscode voor onze achtpersoonskamer en krijgen te horen dat schoenen & alcohol verboden zijn. Hij vertelt over de gratis sauna in de ochtend, het gratis internetten & er is zelfs ‘free pasta’ in de keuken. We drukken de deurcode in en krijgen toegang tot een kamertje met vier stapelbedjes met ernaast acht lockerkastjes. Er ligt nog niemand in bed, bagage staat wijd verspreid in de kamer. We stoppen onze bagage in de kastjes en gaan dan op ontdekking door het hostel. Iemand ligt languit in de zetel, druk bezig met op zijn laptop te tokkelen. Enkele personen zijn aan het internetten. We ontdekken de douche met de daarnaast gelegen sauna. In de keuken vinden we de ‘free pasta’ in een grote plastieken doos op de grond. We kijken verongelijkt en schieten in lach. Neen, zo verhongerd zijn we niet om dit te moeten opeten. In de koelkast ontdekken we een smakelijkere pasta, maar ook die laten we onaangeroerd. Ik stuur een mailtje naar elfje, gewoon om te zeggen dat we goed aangekomen zijn en dat we direct naar bed gaan… Tien minuten later stappen we de straat op, op zoek naar één of andere bar om nog een glas te drinken. Het valt ons op dat er nog behoorlijk wat volk in de stad ronddwaalt. Aan een club staat er heel wat volk buiten; allemaal rokers die hun slechte gewoonte maar niet kunnen opgeven en daarom noodgedwongen hun sigaret buiten in de kou moeten oproken. Niet ver van ons hostel gaan we een café binnen. We bestellen elk een pint, 56 Zweedse Kronen ( zo’n €6). De prijs valt nog mee. Het had slechter gekund. Achter mij bestelt een jonge vrouw een glas witte wijn, die ze in één teug achterover slaat. De tweede witte wijn ondergaat hetzelfde lot. Aan de andere kant van de bar heeft iemand niet genoeg geld bij zich om zijn pint te betalen. Hij overhandigt dan maar zijn creditcard aan de barman. Aan een tafeltje in de hoek zitten vier spleetogen. Eén ervan vraagt een glas ijsblokjes en verdeelt die dan over de vier pinten. Bier ‘made in Taiwan’ noem ik dat. Op onze weg terug, houden we nog halt aan een worstenkraam. We bestellen elk een ‘wurren’: een miniem broodje, opengesneden, zodat een met ketchup en mosterd besmeurde knakworst er mooi tussenin past. Uit mijn binnenzak haal ik mijn met rum gevulde Griepnitzseetrofee tevoorschijn en neem enkele slokken om de worst door te spoelen. Vijf minuten later zijn we terug in het hostel. Eén persoon ligt al in bed. Geluidloos (allé, we proberen toch) omkleden we ons en kruipen rond 2h in bed…


14 december 2005:

Ik word wakker en zie dat alle bedjes bezet zijn. Ik moet heel moe geweest zijn, want ik heb niemand horen binnenkomen. Vijf minuten later staat Koen op. Het is 9h10, gratis sauna voor de mannen. Eén persoon zit al behoorlijk te dampen als we er binnenstappen. Het doet deugd eens goed te zweten zonder er moeite voor te moeten doen. Heel anders dan wat we onder het Zweedse juk gewend zijn.

De thermometer wijst 85 graden aan, lekker temperatuurtje. Alleen jammer dat ik hier met mijn winteronderbroek aanzit. Dat is een klein foutje. Er is geen verkleedruimte voorzien om ondergoed achter te laten en net buiten de sauna staat een jonge moeder in bikini haar kroost te wassen, terwijl manlief in zwembroek bij ons in de sauna zit. Na een kwartiertje dampen zijn onze poriën voldoende geopend en is mijn onderbroek volledig nat… van het zweet wel te verstaan! We nemen een verkwikkende douche en kunnen fris en monter de dag tegemoet!
Aan de incheckbalie maken we kennis met Anna en Linnea. Deze laatste blijkt dus inderdaad een Zweedse jongedame te zijn. Toen we ons verblijf via internet boekten kregen we eerst een bevestiging van Anna, daarna een antwoord van Linnea. Naar de betekenis van deze naam hebben we niet gevraagd. Naast de incheckbalie hangt een poster van “Beer Borg”! Björn betekent immers beer. We laten onze fantasie de vrije loop en bedenken zelf wel wat “Linnea” zeggen wil!
Voor mij is het de eerste keer dat ik een hostel bezoek. Een heel interessante ervaring, moet ik zeggen. Wist je bijvoorbeeld dat de Nobelprijs literatuur in 1910 naar Paul Heyse ging? Voor mijn bezoek aan Stockholm wist ik dat ook niet! Tegenwoordig slaap ik op reis meestal in een Sheraton of iets anders van het kaliber met vijf sterren. Een groot contrast dus, maar zeker niet onaangenaam. In wezen is de essentie onderdak voor een deugddoende slaap en daar ben ik behoorlijk in geslaagd. Ik ben me ervan bewust dat oordopjes mij geholpen hebben om ongestoord de nacht door te komen. Destijds tijdens mijn dienstplicht sliep ik ook in stapelbedden. Helaas had ik toen nog geen oordoppen ontdekt (zelfs niet tijdens schietoefeningen), wat van tot tijd resulteerde in deeltijds slapen…

Na ons praatje met de onthaalbedienden stappen we naar buiten en worden bijna verblind door een schitterende laagstaande winterzon, die lange schaduwen maakt. De hemel staat helblauw, en in combinatie met deze vriestemperaturen refereert dit bij mij naar wintersportoorden. 100 meter verder op de eerste hoek voorbij ons hostel serveert men “Frühkost” (dat kan alleen maar ontbijt betekenen) voor een democratische prijs van 38 Kronen. De dienstdoende koffiemadam ziet er eerder Italiaans uit en serveert ons een lekker ontbijt met een glas vers geperst fruitsap, een pistolet met kaas en ham inclusief sla en tomaat en een vreemdsoortige cappuccino.
Vanaf ons tafeltje hebben we uitzicht op een kruispunt. Ik probeer een foto te nemen van het straatbeeld, zo van binnenuit. Ergens heb ik een beeld in mijn hoofd van een Parijs café, benieuwd hoe die opname er zal uitzien.

Wat me destijds in Noorwegen opviel, was dat men in groten getale gebruik maakte van de eerste mobiele telefoon. Nu 11 jaar later, lijkt het erop dat de Scandinaviërs ons nog steeds willen overtroeven. Voetgangers lopen precies luidop tegen zichzelf te praten. Dan pas zien we dat ze een speciaal oortje dragen om handenvrij te kunnen bellen. Men kan niet voorzichtig genoeg zijn! Wat verder staat een jongeman naarstig op zijn laptop te tikken, zich niks aantrekkend van het voorbijgaande verkeer.
Voor dit blitsbezoek hebben we geen planning gemaakt. We hebben zelfs nog geen plan van de binnenstad. In het station hebben we een infobalie gezien, daar moeten we eerst heen. Maar de enige infobalie die we tegenkomen is enkel om inlichtingen te verschaffen voor de busverbindingen. Dan maar zonder kaart op stap in de binnenstad. Stockholm lijkt wel één groot winkelparadijs. De designwinkels volgen elkaar op. Precies allemaal Ikeas, maar dan in het klein. De mooi opgekuiste Art Nouveau woningen doen nu dienst als winkel of als kantoorruimte. Aan grote pleinen en kleine parkjes geen gebrek hier. Op één plein ligt een hoge stapel sneeuw, nu bevolkt door een klas kinderen in fluorescerende jassen. Ze kruipen naar boven om daarna al glijdend terug naar beneden te komen. Als de kinderen door hun leraren naar de kant geroepen worden, ziet Koen zijn kans schoon om ook eens plaats te nemen op de top van de ijsberg. Zoals hij daar staat te glunderen voelt hij zich ‘on top of the world’.

Fier poseer ik op mijn ijsberg! Een beetje verder ligt een heuse ijspiste. Het lijkt alsof het plein speciaal ontworpen is voor een schaatspiste, het geheel vloeit mooi over in elkaar. Rond de piste zijn een soort van houten iglo’s geplaatst die dienst doen als schoenenbewaarplaats. Ik waag me op het gladde ijs om enkele opnames te doen en ondertussen imiteer ik een kunstschaatser. Ik krijg enorm veel zin om ijzers aan te binden en een uurtje rondjes te rijden, hier in Stockholm, volledig in de sfeer van koning winter. De huur voor een paar schaatsen bedraagt 40 Kronen en dat heb ik ervoor over. Maar mijn collega ziet het niet goed zitten. Misschien past het vanavond ergens in ons programma.
We stappen verder richting haven en eens aan het water zien we voor het eerst wat deze stad zo kenmerkt, de eilandjes die lukraak uitgezaaid liggen voor de kuststrook. Overal liggen typische Zweedse scheepjes aangemeerd. Hier en daar worden groepen verwelkomd aan boord voor blijkbaar chique recepties. We overwegen om te infiltreren tussen een groep om zo aan boord te raken, maar alleen al onze kledij zou ons vlug ontmaskeren. Stockholm is een rijke stad, dat zijn mijn eerste impressies. Het wagenpark van deze metropool is overwegend Zweeds (of Gents?) en nieuw, de stad is heel netjes, bedelaars bestaan er blijkbaar niet en de inwoners van deze stad vertonen een hoog welvaartsgehalte. We zijn goed op weg om veel bij te leren over het Zweedse volk!
We stappen verder langs fraaie pleinen en het valt op dat de stad volstaat met standbeelden, in alle vormen en stijlen. Aan een mooi plein houden we halt aan de voet van een zuil waarop een buste staat van een zekere Ericsson. Voorvader van voormalig VMO leider? Of synoniem voor de gevreesde rosse Noorman Lybaertson? Van hier hebben we een mooi zicht op het prachtige art nouveau gebouw waarin het “Dramatiska teatern” gehuisvest is. Naast dit theater staat een bronzen beeld van een trollenmadammeke op schaal 1/1 en we poseren voor een foto naast deze dame. Het valt ons op dat ze een eigenaardige neusbeharing heeft. Haar neusgaten zijn dichtgeplakt met de fameuze Zweedse pruimtabak.

We lopen de winkelstraten in. Opnieuw staan we versteld van de schoonheid van deze stad. Paaltjes –in Gent worden die Gilberkes genoemd- hebben elk een verschillende dierenvorm gekregen. Een boot staat bovenop een flatgebouw trots de wind te trotseren. Het verwarmde buitenterras van een nabijgelegen restaurant zit vol mensen in maatpak die van hun lunch genieten.
Door de koude overvallen, stappen we een winkel binnen. Het heeft veel weg van een Casa, maar dan meer designgericht. Zelfs boeken van Pipi Langkous zijn hier te verkrijgen. Een erotisch getint ‘Mens erger je niet’-spel trekt onze aandacht. De bedoeling is om uit al de kaartjes met verschillende vrouwenborsten, twee dezelfde borsten om te draaien. Dus goed de borsten bestuderen en onthouden waar welke borst ligt, luidt de opdracht.
Na wat opgewarmd te zijn, trekken we verder. We komen aan de Johanneskerk met enkele oude graven er omheen. Doch voor ons liggen hier geen bekenden. Het is tijd om onze maag te spijzen. Een wokrestaurant doet gouden zaken. Een rij mensen staat tot buiten aan te schuiven om te kunnen genieten van een wokgerecht opgediend in een ‘isemo’ bakje met plastic bestek. Na wat zoekwerk, stappen wij een Libanees restaurant binnen…

Typisch Zweedse kost zoals Kötbullar kennen we uit onze eigenste Ikea vestigingen, maar die fameuze Kötbullar hebben we hier alleen nog maar gezien aan de “Wurren” kraampjes. In het restaurant worden we vriendelijk verwelkomd door een jong koppeltje. De Libanese menu wordt vertaald in het Zweeds, maar daar zijn wij niets mee! Onze jonge gastvrouw gaat dan maar te rade in de keuken waar blijkbaar een kok aan het werk is die ook Engels spreekt. Uiteindelijk kiezen we voor een dagmenu, de “kafta Mashiuje” of vrij vertaalt: “Oxfile”. Een gegrilde spie rundvlees, vergezeld van een slaatje en couscous met een soort van donkere pasta en een 5-tal sausjes. De dienster vraagt of wij Duitsers zijn, want ze herkent onze taal, haar moeder is immers Duitse. Voor de verandering mogen wij nogmaals uitleggen hoe dat het in België gesteld is met de taal die we spreken, maar voor een glimlach willen wij veel uitleg geven. Voor de prijs van 78 Kronen zijn we eventjes in Libanon geweest! Service, drank (lees tafelbier) en koffie achteraf inbegrepen. De fooi van 20 kronen laten we met plezier achter!
Wanneer we buiten stappen is het na tweeën en begint de duisternis haar eerste tekenen te vertonen… Traditiegetrouw gaan we op zoek naar het Hard Rock Café.

We hebben het al snel gevonden, maar vinden het niet gepast om er nu al binnen te stappen. We lopen de Sveavägen terug af richting binnenstad. We bekijken een tweedehandse strip- en platenzaak. De prijzen vallen goed mee, toch laat ik me niet bekoren tot het kopen van enkele oude LP’s. Dan maar verder stappen… Aan het Stadsteatern gaan we een koffiebar binnen. We nemen plaats op enkele barkrukken aan het grote venster en bekijken de mensen die buiten de kou trotseren. Achter de grote ramen voelen we hoe het moet zijn om als straatmadeliefje bekeken te worden, enkel de rode lampen ontbreken nog. Het is half vier en al behoorlijk donker. We besluiten om het Väsamuséet te bezoeken. De weg langs de kaaien is lang en het borstflesje vol. Na enkele slokken rum voelen we de kou niet meer, eerder een hete golf die ons lichaam binnen stroomt. Het museum is gebouwd rond een fameus oorlogsschip, de Väsa, dat in 1628 na een vaart van amper 300 meter gezonken is. We zijn verwonderd! Ook Zweden kunnen wel eens fouten maken. Maar dat wisten we al! We bekijken een film die het bergen van het schip weergeeft. In 1962 was dat. Na meer dan 300 jaar onder water gelegen te hebben, is het zeilschip goed bewaard gebleven. Het is het eerste zeilschip met een dubbeldeks kanonnenrij met masten van 50 meter hoog. Bij zijn eerste tewaterlating begon het schip bijna direct te kapseizen. Waarschijnlijk iemand die de fles champagne te hard tegen de houten wand gemept heeft. De koning wou een schip om zijn vloot te versterken, om oorlog te voeren tegen de Polen. Daarom moest het schip gebouwd worden tegen topsnelheid. Normaal duurt de bouw van zo een schip 4,5 jaar. Nu moest het voltooid worden in een luttele 2 jaar tijd. Ik ken dat gevoel… bij ons in Stora Enso hebben we zo’n perspartij gekregen, een vergiftigd geschenk. We komen heel wat te weten over de handelswijze van de Zweden. Er werd een onderzoek ingesteld. De kapitein gaf de schuld aan de scheepsbouwer, die gaf de schuld aan de koning omdat hij geen tijd genoeg kreeg om zijn schip te bouwen & de koning wees met de vinger naar de kapitein. Ook dat klinkt ons bekend in de oren. Het lijkt precies een Zweeds handelsmerk te zijn dat ze nog steeds toepassen!

Het Väsa–museum is zijn 80 Kronen zeker waard, alleen al het gebouw is indrukwekkend en beschikt over een gesofistikeerd vochtigheidsmeetsysteem. Het schip is gemaakt van eik en na een rijptijd van ruim 300 jaar in de modder, is het van fundamenteel belang dat er een constante temperatuur en vochtigheid heerst. Zelfs met de inval van daglicht is rekening gehouden, zodat het altijd een beetje duister is in het museum.
Het schip moet een drijvende beeldengalerij geweest zijn. Het aantal sculpturen heb ik nergens in een folder gelezen, maar het zijn er heel wat! Ik probeer een foto te nemen van een kanonsluik. Deze zijn stuk voor stuk voorzien van een gebeeldhouwde leeuwenkop. Ze herinneren mij aan werk van mijn vader. Waarschijnlijk moeten deze Zweedse leeuwenkoppen ooit model hebben gestaan voor hem? Van mijn foto’s zal niet veel terecht komen. We moeten de gids volgen en er is maar één persoon die steeds weer vragen stelt. Dus in sneltempo hossen we rond het schip en ik kan enkel met mijn digitaaltje enkele opnames maken.
In een aanpalend gebouwtje liggen enkele kanonskogels en ander materiaal welke aan boord waren van de Väsa. Er staat ook een duikersklok en ik kan het niet laten om er eens in te kruipen. Op het droge valt dat natuurlijk mee…

Tijdens onze terugtocht zien we dat mooi geklede mensen aanschuiven voor een privé-feestje op één of ander jacht. We zijn er niet opgekleed & daarom nemen we geen aanstalten om ons met hen te vervoegen. Aan de schaatspiste is er een kleine kerstmarkt. De meeste kraampjes zijn al gesloten, maar waar we voor gekomen zijn, dat met de glüwhein is nog open. We krijgen elk een plastic bekertje met 2 koekjes voorgeschoteld. De juffrouw die ons bedient, van herkomst is ze Grieks, is een spraakwaterval. Ze stelt ons allerlei vragen, geeft wat uitleg over de Zweden, vertelt over het weer, de economie en het belangrijkste wat ze te zeggen heeft is dat de Zweedse politie enkel maar praat, in plaats van mensen te bekeuren. Bij de tweede glüwhein die we drinken, krijgen we al een koekje meer. Het wordt dus tijd om te vertrekken vooraleer ze ons helemaal wil inpalmen.

Als we vertrekken geeft ze nog een hint. Ze zegt dat het fijn uitgaan is in de omgeving van het operagebouw. “Dressed well!” zegt ze er nog bij, maar dat zal voor een ander keer zijn. Onze garde robe is beperkt tot een strikt minimum!

Door Drottninggatan, de winkelstraat, banen we ons een weg naar het zwembad met bijhorende sauna en stoombad. We huren ons een handdoek en zwembroek en paraderen dan door een wandelgang naar het zwembad. Het gebouw op zich is al een bezoekje waard, en het zwembad zelf is een juweeltje. Volledig in art deco stijl uitgewerkt. Het enige minpunt is dat we hier enkel maar rondjes mogen zwemmen om geen andere mensen te storen, die hier als vissen in een bokaal rondzwemmen. In onze zwembroek passeren we een bar waar ontblote mensen hun vochtgehalte op peil houden. Ik vraag me af waar ze hun geld steken. Voor de vrouwen is het natuurlijk gemakkelijker, met hun spaarpotje dicht bij de hand.

Zááálig, na een dag stappen bij bibbertemperaturen!
Op de laatste editie van Pukkelpop was een Zweedse jongeman uitgenodigd die luistert naar de toch wel merkwaardige naam van “tetten”. Il pocco mundo, de wereld is klein, misschien lopen we “den tetten” hier wel tegen het lijf! Maar ik denk dat we daarvoor een trip naar Helsinki moeten plannen! Het mannen- en vrouwengedeelte van de sauna is strikt gescheiden. Maar ik ben al blij dat ik hier niet met een onderbroek in de sauna moet. Onze “Zweetse” saunagenoten kwebbelen er maar op los, enkel in het stoombad twijfelen we even of er toch geen dames aanwezig zijn, maar eens de mist daar een beetje optrok werden we geconfronteerd met de naakte waarheid! Tussen twee saunabedrijven door, liggen we languit in een deckchair en zien we onze saunabroeders voorbij paraderen in alle maten en gewichten. Eén spichtige jongeman valt bijzonder op en het is niet alleen door de tattoo’s op zijn armen!
Eigenlijk hebben we een beetje te weinig tijd uitgetrokken voor het “Central Badet”. We nemen te weinig rustpauzes en na een saunabeurt of drie zijn we allebei uitgedroogd en neen we hebben geen spaarpot bij. Gelukkig vinden we bijtijds een karaf met helder Zweeds kraantjeswater. Smaken dat zoiets doet!
Ondertussen is het sluitingstijd en worden we vriendelijk verzocht ons naar de kleedkamers te begeven. Nu is het heel druk aan ons kleedkastje (Vlarem 2 is hier gelukkig nog niet uitgevonden). Naast ons staat een groepje mannen van middelbare leeftijd en het haantje-de-voorste steekt een hele repliek af en wil ons in de discussie betrekken. Helaas zijn wij de taal der vikings niet machtig en we vertellen dat we Belgen zijn, in het Engels wel te verstaan. We moeten sympathiek overkomen, want na veel vijven en zessen wil de man ons een job in Stockholm aanbieden. Heeft hij ons geobserveerd in de sauna? Nochtans handelde hij in de overslag van goederen… Na het afscheid gaan we even naar het hostel om overbodige bagage te deponeren.
Mijn buurvrouw die het bed naast het mijne betrekt ligt al onder de wol. Ik begroet haar met een goedenavond. Zo dicht bij elkaar en toch zo anoniem. Ik ben zoiets niet gewoon, maar het zal wel typisch zijn voor jeugdherbergen, zeker?

Opnieuw de straat op… We stappen de Havana-bar binnen. Het is er gezellig druk & sfeervol. Omdat we geen tafeltje kunnen bemachtigen, stelt de ober voor om de bar in de kelder te bezoeken. We zitten aan de toog en bestellen een pint. Het is er net het tegenovergestelde van daarnet: geen volk en door de hoge prijs voor het bier besluiten we om hier toch maar niet te eten. We stappen dan maar de met witneon verlichte Mc. Donalds binnen. Met een Big Mac, cheeseburger en hamburger installeren we ons terug in de etalage. Naast ons zit een koppel meer van elkaar te genieten dan van de fastfood. Ze laten elkaar niet met rust en we denken dat het hun eerste date is. De gezelligheid is hier ver te zoeken, maar daar trekken zij zich niks van aan. Of is het hier de normaalste zaak om iemand bij een romantisch diner op hamburgers te trakteren? Honderd meter verder komen we aan bij het Hard Rock Cafe. Bij het binnenkomen wordt ons gevraagd om de jassen af te geven. Onze iPods, fototoestellen, portefeuilles en gsm nemen we mee naar de grote toog. Er is weinig volk. Ik loop eens de zaak rond op zoek naar interessante kledingstukken van bekende wereldsterren. Ik zie een pull en petje van Eminem, een gitaar van de B-52’s , broeken van Jenifer Lopez en Madonna en beenverwarmers van Gwen Stefani. De ober van dienst doet zijn uiterste best om ons te vermaken. Hij moet een grote Tom Cruise-fan geweest zijn toen die in Cocktail acteerde, want de glazen en de cocktailflessen vliegen in het rond. Als wij enkele druppels wodka op ons krijgen, voelen we de tijd rijp om op te krassen. Als we onze jassen aannemen, wordt ons Kr15 gevraagd per jas. Daar zat dus het addertje onder het gras! Ik vroeg me al af waarom men zo vriendelijk tegen ons was…

Het is nog vroeg om al naar ons hostel terug te keren. We proberen ons te oriënteren en volgen een kale brede avenue. Voor ons loopt een groepje jong volk. Plots duiken die de trappen af en stappen een nachtbar zonder reclame binnen. Volgen maar hé! We zijn verrast bij het binnenkomen: leuke sfeer, goede muziek en volk van alle leeftijden. Het lijkt wel een kroeg in het Gentse! Alleen de soorten bier zijn we niet gewend. Ik bestel een authentieke Ierse Murphy’s van het vat, Stephan houdt het bij “the best beer in the world”.
Mijmerend zitten we aan de toog en halen herinneringen op aan de San Lorenzo wijk in Rome... 2 hoofdsteden in Europa, Noord en Zuid. Daar in Rome was de sfeer totaal anders, veel losser veel meer ambiance. De locatie waar we zitten heeft veel weg van een Romeinse bar, maar hier is in eerste instantie het bier veel duurder en daarvan alleen al zou een mens een beetje koeler worden…

Plots wordt er hardop in mijn oor geroepen. Het meisje naast mij heeft haar vriendin aan de andere kant van de toog opgemerkt. Ze merkt dat ik me een ongeluk verschoten heb, en stelt me gerust met een wrijf over mijn arm. De barmannen hebben hun werk om het volk op hun wenken te bedienen. Tussendoor moeten ze ook nog de draaitafel in de gaten houden, waar ene geen enkel probleem mee heeft. De cocktails worden in een oogwenk gemaakt en door hen voorgeproefd. Toch een interessante job dat die hebben. Een pint of andere drank wordt meestal met een visakaart betaald. Ik zou verschieten denk ik, als ik na enkele dagen stappen pas een maand na datum mijn afrekening in de bus krijg. Enfin, na 2 pinten houden we het hier voor gezien… De rekening loopt te snel op.

Eens terug buiten lopen we in Noordelijke richting. Het is de eerste maal dat wij deze buurt verkennen, maar zelfs zonder plan komen we feilloos aan ons hostel. In deze straten, met typisch dambordpatroon, kun je enkel de vier windstreken uit. Het is nog relatief vroeg en de dampen van het “Wurren”-kraampje slaan ons in de neus. Zouden we? Waarom niet. Ik bestel terug een “pepparkorv” en ditmaal gaat Stephan voor een “lammkorv”. We krijgen onze worsten en zien dat ze deze keer opengesneden zijn. “Beter om in bijten”, gebaart de worstenbakker. Terwijl we onze snack oppeuzelen zien we de lichten van het Duvelcafé uitgaan. Gelukkig heeft Stephan terug zijn Griepnietzseetrofee bij, als slaapmuts kan dat ook tellen…

In het hostel is alles rustig. Ik stuur elfje nog een kort berichtje. Koen zit naast mij te puffen. Achteraf vertelt hij me dat hij het ‘@’ niet vond op het qwertytoetsenbord.

Eens je een iMac gewend bent…

Naast de computers valt mijn oog op een ijshockeyspel, in de trend van een kickkerspel. Eigenlijk hebben we geen zin om te slapen en proberen we het ijshockeyspel eens uit. We hebben heel wat plezier in mekaars stunteligheden. Maar als ik met een knal scoor, springt de puk door de harde slag terug uit doel. Daarvoor keurt Koen mijn doelpunt af! Als het iets te luidruchtig wordt, staken we het spel & roep ik me alsnog als overwinnaar uit!
Op de kamer zijn de bedden rondom ons allemaal bezet. In het donker doen we onze kleren uit & op de tast proppen we die in onze lockerkastjes. Maar wat een lawaai maken we! Telkens weer stoten we met iets tegen de ijzeren wanden van de kastjes. Zouden die paar pinten daar voor iets tussen zitten of zou het de rum zijn? Maar niemand verroert zich… Alles blijft rustig… Het is één uur.


15 december 2005:

Als we wakker worden, valt er al daglicht naar binnen. Het is al negen uur gepasseerd! We besluiten om de dag terug goed te beginnen en gaan naar de sauna. Ditmaal zitten 2 Oosterlingen te puffen op de houten banken. Na een tijdje zegt er een: “Chinese torture”. Tiens, 2 Chinezen die Engels praten? Blijkt dat het duo afkomstig is van Californië. Eén van de twee, James genaamd, studeert in Zweden. Hij is blijkbaar goed op de hoogte van het saunagebruik en vindt het o zo leuk om water op de stenen te gooien.
2 dagen Stockholm, 3 sauna’s. Niet slecht vind ik.
Na het uitchecken, gaan we opnieuw de straat op voor onze laatste uren Stockholm. We gaan eerst naar het Centraal station om onze bagage in een kluis te deponeren. We stappen het grote gebouw binnen en zien een portier staan. Blijkbaar zijn we een deur te ver. We staan in de hall van het W.T.C. Op een groot informatiedesk zien we in grote letters “Stora Enso” staan. Vlug weg van deze plek!
Wat we gisteren niet vonden, vinden we vandaag wel: een stadsplan! Blijkt dat Stockholm ook een oud stadsgedeelte heeft! We bezoeken het stadhuis, alwaar de mogelijkheid bestaat om een geleidde wandeling te maken. Helaas hebben we daarvoor te weinig tijd. Het “stadhüsss” is een imposant gebouw, mooi gelegen aan de waterkant. Op deze plek zien we voor het eerst een concentratie van toeristen, die elkaar verdringen om een foto te nemen van één van de beelden op de kade. Vandaag is het licht bewolkt. Hier en daar liggen resten van natte sneeuw die voetpaden herschapen in moespaden, die bij momenten gevaarlijk glad kunnen zijn. Maar nergens word er gestrooid. De spijkerbanden met hun ratelend geluid op het Zweedse asfalt doen goed hun werk. Nergens is in het verkeer chaos te bespeuren…

Via de kaden wandelen we langs de Sheraton, Koens’ droomslaapplaats! Ik vraag me af of er daar ook een ijshockeyspel staat. Ambiance verzekerd!
We steken de brug over en belanden zo in het oude stadsgedeelte. Kleine straatjes & smalle steegjes worden ingepalmd door antiquairs, souvenirwinkeltjes en enkele bruine kroegen. We keuvelen wat rond tot we op een plein komen waar een kerstmarkt aan de gang is. Die markt is precies opgezet om kinderen te plezieren, want boven de meeste kraampjes staat ‘loterij’ geschreven. Het is dan ook een drukte van jewelste. Kinderen staan aan te schuiven, in de hoop om een goed nummer te trekken. Kleine jongens in fluorescerende jasjes, vergezeld van hun leerkracht, komen ook de markt opgewandeld. Suikerspinnen worden massaal verkocht. Het museum gewijd aan Alfred Nobel, wekt weinig interesse op aan deze jeugd. Het is me hier te schel met al die krijsende kinderen en we banen ons een weg naar het Koninklijk Paleis. Een verpauperde wacht staat wat rond zich uit te kijken. Heel wat anders dan wat er in Londen te zien is. Een vrouwelijke wacht wijst Koen erop dat hij niet te dichtbij mag komen voor de foto. Enkele wachten komen een trap op. Ze staan wat te lummelen en na een grapje stellen ze zich allen fier recht en beginnen ze te marcheren naar de andere kant van het gebouw. Wat een klucht! Het gebeuren wordt door een opmerkzame persoon gefilmd. De vrouwelijke wacht geeft een staaltje ten beste. Ze draait zich om, doet 10 stappen naar links, 20 naar rechts, terug 10 naar links en 2 stappen naar voren. Terug naar af, noem ik dat… Ik schiet in de lach, zij niet…

Ondertussen wordt het stilletjes aan tijd om ons in de richting van het station te begeven. We verlaten het oude stadsgedeelte en stappen van het eiland langs twee bruggen en komen zo terug in de vertrouwde winkelstraat. Alvorens terug te reizen naar Skävsta, gaan we eerst een hapje eten in de stationsbuurt.
Gisteren Libië, vandaag Marokko. We stappen een restaurant binnen met enkel een buffet met koude en warme Marokkaanse specialiteiten. Geen zelfbediening hier. Een vriendelijke Zweed met zuiderse gelaatstrekken vult op onze aanwijzingen een bord, met een saus naar keuze. Ik neem de milde saus, terwijl Stephan de “hete” saus kiest. Terwijl we aan het eten zijn borrelt het zweet van Stephan zijn voorhoofd; ditmaal niet van de sauna. Harissa is heet! Net op dat ogenblikkelijk komt Ahmed ons vertellen dat ook de drank in de prijs inbegrepen is. Een koele cola kan zelfs in een winters Zweden smaken! Na de maaltijd kunnen we kiezen uit koffie of een echte muntthee. Voor onze lunch betalen we elk 70 Kronen. Andermaal zijn we verast van de prijs.

Net voor we aan het station zijn stappen we nog een laarzenwinkel binnen. Het aanbod is hier ongelofelijk. Alle kleuren en modellen zijn aanwezig, maar de prijs is navenant. In het station gaan we naar het vertrekpunt van de Skävstabus en meteen herkennen we enkele medereizigers van de heenvlucht. Stipt op tijd vertrekt de bus en een tiental minuten later hebben we het centrum van Stockholm achter ons gelaten. Ik had op zijn minst een file verwacht, het moet hier toch ook spitsuur zijn? De terugreis verloopt terug heel erg vlot, ondanks de wegen die er verraderlijk glad bijliggen. Tijdens de rit kunnen we nog lang nagenieten van het kleurenschouwspel in de wolken die de ondergaande zon teweeg brengt. De oranje gloed straalt een warmte uit die een niet te beschrijven welbehagen creëert.

Terwijl Koen een portret tracht te maken van het kleine meisje voor hem, houd ik de zwarte man voor mij in de gaten. Met een brede glimlach op het gezicht filmt hij met zijn nieuwe camera het oranje landschap. Dan draait hij de camera om, en filmt de zwaaiende en genietende ‘zich zelve’. Ik geniet om hem zo bezig te zien… Maar dan glijden mijn oogleden naar beneden en het volgende ogenblik moet ik al afstappen aan de luchthaven van Skävsta. Na het vlotte inchecken, installeren we ons aan een tafeltje. We bekijken eens hoeveel Kronen we nog op zak hebben, en dan… Dan druk ik een grote Zweedse blonde aan mijn lippen. Ze doet deugd, die grote Carlsberg van 600 ml met een blonde kraag schuim!

Na alweer een vlotte vlucht zit onze mini trip er weer op!
Kvarnsvedenpapier en collega Luc hebben we niet gezien, maar des temeer hebben we genoten van de Zweedse lucht, cultuur en het kijken naar blonde vrouwen met blauwe ogen… Wat ik daar echt gemist heb in deze periode van het jaar is sneeuw. Bakken sneeuw had ik verwacht. Op zich is dat natuurlijk ook geen ramp. Misschien kijk ik vandaag of morgen eens op ebay. Misschien kan ik op die manier eens een portie echte Zweedse sneeuw kopen en voelen…


EINDE (met dank aan Koen Versprille)

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage