maandag, mei 18, 2009

Over sprookjes & gnomen van Wroclaw (apr. 2009)

20 april 2009

Na een dag opleiding ‘papier maken voor specialisten’ – blijkbaar behoren we beiden tot die doelgroep – reppen we ons omstreeks 15h45 naar de parking. Mijn cursus belandt op de achterbank. Ik stap vooraan in, naast Koen, mijn collega. We hebben niet veel tijd te verliezen. Voor onze jaarlijkse buitenlandse uitstap moeten we zo snel mogelijk in Brussels-South zijn, om het blauwgele gevogelte richting Wroclaw (Polen) te nemen. Het is druk verkeer richting hoofdstad en even ziet het eruit dat we richting Charleroi in file staan. Meer dan sterk vertraagd verkeer is het niet. Uiteindelijk komen we mooi op tijd op de luchthaven aan. We hebben zelfs de tijd om ons broodje op te eten vooraleer we de douane passeren. Terwijl Koen zijn vriendin via de telefoon (voor enkele dagen) vaarwel zegt, krijg ik het antwoordapparaat van mijn elfje te horen. Een vliegtuig komt onze kant op gereden. Passagiers stappen uit en na een kwartier kunnen wij al inschepen. Het is 18h40 en ons vliegtuig stijgt mooi op tijd op. We hebben plaatsen kunnen bemachtigen aan de vleugels. De extra beenruimte die we daar hebben maakt onze reis comfortabel. De steward van dienst lijkt wat op Frank Spencer (van het Engelse feuilleton ‘Moeders mooiste’), maar gelukkig is hij wat meer bij de pinken. Een stewardess doet Koen aan Madam Pheip denken. Ik vraag me af hoe hij daar op komt totdat ik haar benen, schoenen en haar dot in het haar zie. Alleen is zij heel wat slanker… een Madam Peip-versie van voor de wafelenbak…


…Terwijl het vliegtuig naar de startbaan taxiet, realiseer ik me dat het ongeveer mijn vijftigste Ryan Air vlucht moet zijn. Het lijkt wel een jubileumvlucht voor een heel speciale prijs. Voor onze vlucht naar Wroclaw heb ik 10 Euro per persoon betaald, alles inbegrepen. Op de grasvelden naast de landings– en startbaan zie ik kraaien zitten en af en toe vliegt er eentje weg. Ergens begin ik me zorgen te maken. Stel je voor dat zo’n vogel tijdens de start in een motor terecht zou komen.
De motoren brullen nu volgas en we worden in onze zetels gedrukt. Ik kijk naar buiten, naar de kraaien. Even later hangen we hoog in de lucht. Geluk gehad, of weten die beesten wanneer ze mogen overvliegen?

Achter ons zit iemand met een dubbele nationaliteit. Hij bestookt zijn mooi ogende buur met vragen. In het begin zit zij nog naarstig mee te lachen, maar naar het einde van de vlucht zit ze duidelijk met hem verveeld. Wanneer hij haar telefoonnummer vraagt, zegt zij dat ze het vergeten is. Wat een knappe vrouw lijden kan…
Bij de landing krijgen we het deuntje van Ryan Air te horen: ‘Another on time flight’, zoals bij 95% van hun vluchten. We stappen door de douane en bij het eerste wisselkantoor wisselen we €100 voor 380 zloty. We kijken eens rond waar we de bus richting centrum moeten nemen. Aan de overkant van het plein is een bushalte. Bus 406 gaat richting centrum. We moeten kaartjes kopen aan een automaat, maar hebben geen klein geld. Ik vraag aan een vrouw of zij ons kan helpen…


Ik herken deze mevrouw, van bij het inschepen in Charleroi. Ze spreekt Frans en is van origine Pools. Tweetalig, handig hier, want van de Poolse taal verstaan we geen jota. Zeer behulpzaam zoekt ze voor ons uit hoe het nu zit met de bustickets. In afwachting van de bus beginnen we een gesprek over koetjes en kalfjes. En wanneer later de bus arriveert, springt ze als eerste op de bus en bestelt twee tickets voor ons. Ook arrangeert ze met een bejaard koppel een afspraak om ons later in Wroclaw-stad op het juiste pad te helpen. Inderdaad zeer behulpzaam dus. Tijdens de rit babbelen we verder. Bijzonder interessant gesprek. Over migratie van Polen naar het Westen, haar kinderen, haar verder reistraject… Morgen reist ze naar Warschau, om van daaruit een vlucht te nemen naar Oslo, Noorwegen… Tiens, Noorwegen, dat is misschien een idee voor een volgende trip. Voor ik het besef zijn we aan onze halte en nog vlug stopt ze me een kaartje toe voor het geval we problemen zouden hebben hier in het verre Wroclaw…
Het bejaarde koppel spreekt Duits. Het lijkt simpel om aan ons hostel te geraken. Gesticulerend wijst hij richting ring! Ja, Danke wel und auf wiedersehen!!!

We stappen een gang door en komen bij een lift. De knop van de 3de verdieping brengt ons bij de receptie. Een jonge dame staat ons te woord. Bij het vernoemen van mijn naam, zegt ze: “juist, ik heb de reservatie”. Maar bij het betalen van de kamer moeten we €12 meer betalen dan voorzien. “Dat komt door de wisselkoers van de zloty”, maakt ze me duidelijk. Tegen mijn zin overhandig ik mijn VISA-kaart. We krijgen de kamer naast de receptie toegewezen, die bestaat uit een aparte badkamer, twee bedjes en een TV die we niet aan de praat krijgen. We laten onze rugzakken op de kamer achter en nemen enkel onze fototoestellen mee. Bij het passeren van de receptie vragen we of ze een leuke bar weet zijn. Ze schrijft ‘Spiz’ op een briefje, de naam van een bar die hun eigen gebrouwd bier verkoopt.
Op de Rynek, het marktplein zien we het Raadshuis badend in een geeloranje licht. We zijn onder de indruk van dit gebouw en de omliggende huizen. Deze stad ziet er vredig en aangenaam uit. Wat verder worden bloemen onder wit neonlicht aan de man gebracht. We lopen wat rond tot we uiteindelijk ‘Spiz’ vinden. Via een trap dalen we af naar een kelder. De sigarettenrook is er te snijden. Het is er druk. Toch vinden we nog een tafeltje. De dienster geeft ons een kaart. Ik neem een honingbier, Koen proeft een karamelbier. Het mijne is goed te drinken. De bijgeleverde boterham doet bij Koen dienst om de slechte smaak van zijn bier te neutraliseren. De 3 zloty wisselgeld krijgen we niet terug…
We lopen nog wat rond. Opeens roept Koen me: “Kom eens luisteren!” Van uit een rooster in het voetpad klinkt luide rockmuziek. Wat verder vinden we een gang en een deur die ons via een trap naar een kelder leidt.


Aan de toog zijn nog twee krukken vrij. Naast ons zitten twee Poolse jongedames sudoku’s op te lossen. Leuk! Zo op maandagavond op café aan de toog de hersenen pijnigen onder een pseudo Eiffeltoren. De gewelven zijn kunstig verfraaid met muurschilderingen van het meesterwerk van Monsieur Eiffel. Mocht er nu muziek van pakweg Piaff spelen, we hadden ons in een cafeetje aan de Seine gewaand in plaats van in een kroeg aan de Odra.



We bestellen 2 halve liters. Ditmaal geen huis gebrouwen spul, maar het echte Poolse pilsener bier! Eerlijk gezegd smaakt dit veel beter! De twee sudoku-nimfen blijken diensters te zijn. Af en toe nemen ze verveeld een bestelling op, waaronder een heel interessante, namelijk een soort glas van 5 liter, jawel vijf liter met onderaan een soort van tapkraantje… Het is ons hier vlug duidelijk, dat Polen bijzonder Katholiek zijn. Ah ja, de dorstige voor de prijs van ongeveer €1.45 laven hé!!! Een halve liter heerlijk gerstenat!
Noot voor de dames: Alhier geen glaasjes rosé of witte wijn! De vrouwen drinken hier bier. Meestal met een rietje, soms op kleur en smaak gebracht met een geutje grenadine…

Na 1 liter bier vinden we het genoeg en gaan op weg naar ons hotel. Onderweg wordt onze aandacht getrokken door een goed verlicht reclamepaneel dat een pita aanprijst waar wij het water van in de mond krijgen. Voor die prijs kunnen we niet met honger in bed te kruipen. We schuiven aan en bestellen een pita gevuld met kip en rauwe groenten, overgoten met een lekkere looksaus, die we de ganse nacht smaken…


21 april 2009

Rond 6h30 word ik wakker. Ondanks dat de gordijnen en rolgordijnen gesloten zijn, schijnt de zon in mijn ogen. Het geluid van het autoverkeer op de ring dringt onze kamer binnen. Ik lig nog wat in bed te woelen tot ik het beu ben en de badkamer in trek voor mijn ochtendritueel. Wat later is ook Koen op en na zijn douche gaan we richting keuken, gelegen op de 5de verdieping.
We zijn de eersten. Op een tafel naast de deur staat een broodmand met verschillende voorverpakte broden. Enkele potten choco, smeerkaas en schalen confituur moet ons doen geloven dat dit een uitgebreid continentaal ontbijt is. Gelukkig staat de koffie voor ons klaar. De Poolse gasten gunnen ons geen blik. Ze installeren zich aan de tafel naast ons, dekken de tafel en wisselen geen woord.
Terwijl Koen zich klaar maakt om op pad te gaan, bekijk ik wat toeristische info. Ik lees dat het bier bij’ Spiz’ niet allemaal geslaagd is… alsof we dat nu nog niet wisten!
Om 9h00 lopen we al de winkelstraat in. De winkels zijn nog gesloten. Enkel een stalletje zet net zijn gerief buiten. Koen is geïnteresseerd in een zonnebril. Hij kiest er ééntje uit… een ‘French design’. Nu ziet hij er uit als een Franse rockstar.


Ik zag mezelf meer als een “Tarantinno look a like”!

Op deze manier heb ik nog nooit een stad bezocht. Enkel met een gratis plattegrond, waarop we snel enkele bezienswaardigheden aangestipt hebben, gaan we op verkenning. We weten niet wat we te zien zullen krijgen en we hebben er geen flauw idee van hoe groot deze stad is. De beste verkenning is nog altijd te voet… Het wordt een heerlijke vakantiedag.

De eerste tip is het grote marktplein en aanpalende pleintjes, met centraal het stadhuis. De omliggende gevels zijn allemaal stuk voor stuk prachtig opgesmukt. Je waant jezelf in één groot openluchtmuseum. Gisterennacht zagen we al dat moois in kunstlicht. Vandaag is de zon volop van de partij en werpt prachtig licht op de gebouwen. Schaduwen zorgen voor het nodige contrast, ideaal dus voor mooie foto’s, en niet te vergeten, alles wordt afgebakend door een staalblauwe lucht. Een zeldzaamheid bij ons tegenwoordig. Wij vragen ons af of dit te maken heeft met de smog, die rond de steden in Vlaanderen hangt?
In de omgeving van de Sint Elisabethkerk, heb ik 2 highlights aangestipt, helaas zonder uitleg. We zoeken naarstig naar toeristische bezienswaardigheden, maar er valt ons niets speciaals op. Dan maar verder richting Universiteitswijk.

Maar ook hier is het rustig, heel wat rustiger dan onze Gentse studentenbuurt. Onze ogen dwalen af naar de prachtige barokke universiteitsgebouwen. Op een pleintje staat het standbeeld van een klein geschapen schermer met zijn degen naar beneden gericht. De legende zegt dat wanneer een maagd een blik op de schermer werpt, hij zijn… hmmm… degen naar boven richt. Maar zo te zien wonen er hier geen maagden meer.
We steken de Odra-rivier over. Een oude blauwe tram ratelt voorbij. Langs de straatkant staan enkele kraampjes opgesteld. De ene verkoopt allerlei soorten waspoeders. Daarnaast een kraam met enkel legerkledij te koop. Camouflagekledij, Russische uniformen en legerlaarzen liggen op enkele tafeltjes ten toon gespreid. Het kraam met Oost-Europese bustehouders trekt jammer genoeg geen kooplustigen. Ik ben eigenlijk wel eens benieuwd welke mensen zoiets op straat zouden durven passen. Aan deze kant van de rivier zijn de huizenrijen niet zo indrukwekkend als in de binnenstad. Het zijn grotendeels blokappartementen Oost-Europese stijl, vakkundig gebouwd en versierd met schotelantennes. We nemen een klein bruggetje en gaan het water over naar één van de groene eilandjes in de Odra. De eilandjes zijn eigenlijk parkjes met talrijke speelpleintjes. Het is aangenaam vertoeven in de groene longen van de stad.


Ondertussen tel ik bruggen. Naar het schijnt zouden er 112 moeten zijn in Wroclaw, Europa’s bruggenstad nummer 2, na Praag. Soms wordt deze stad ook wel eens klein Praag genoemd. Stephan is het daar niet mee eens. Ik zou het niet weten, wegens nog nooit in Praag te zijn geweest.
Achter elk hoekje kan plots een Oostblokbeeld opdoemen: grijze muren, soms Russisch geïnspireerde logo’s. Bizar! Ook de volgende serie bruggen die we tegenkomen zijn “made in Communistisch Polski”. Roestige boogbruggen, aan elkaar gezet met klinknagels en afpellende grijze antiroest verf. Even verder een fleurig opgesmukte brug, en warempel, er komt een zwart nonnetje over gewandeld. Dit moet de brug naar het Heiligdom van Karol Woytilla zijn! Onderaan de centrale boog hangt een maretak te bengelen.. Wat was nu weer het nut van een maretak? We lopen er langzaam onder en maken een kruisteken. Dat zal wel ergens goed voor zijn. In elk geval kan de maretak mooi gekadreerd worden in een kiekje van de brug, met op de achtergrond de twee trotse rijzende torens van de kathedraal.

We passeren de evangelische radio-omroep. Bestaat dat nog bij ons in België? Er zijn hier heel wat toeristen. De helft van een kinderklas poseert voor een fontein, terwijl de andere helft aan het kijken is naar wat er in ligt. Een Duitse gids loodst een groep door de straat met kleine boompjes naar de Sint John’s kathedraal met zijn twee torens. Het loopt hier vol van de mannen in het zwart. Geen new wavers, maar religieuzen, priesters en konsoorten… We volgen de toeristenstroom naar binnen. We zijn niet echt onder de indruk. Aan de inkom bekijken we enkele oude foto’s. Zo komen we te weten dat paus Johannes Paulus II deze kathedraal in 1997 bezocht heeft. We zien foto’s van de pausmobiel die door de met bomen beplante straat rijdt. Allez, het moet hier toch een speciaal kerkje zijn.



We stappen de draaitrap van één van de torens op. Halverwege komen we in een ruimte waar Afrikaanse beelden en oude missionarisfoto’s ten toon staan. We kopen een kaartje om naar de top van de toren te gaan. Koen probeert zijn eerste woordjes Pools onder de knie te krijgen. De kaartjesverkoper heeft er ook zijn lol in. En met een Duits ‘auf wiedersehen’ wenst hij ons een goede dag. We nemen de volgende trap. Iemand veert recht en doet de deur van een lift voor ons open. Dit hadden we niet verwacht en in een mum van tijd brengt hij ons naar de top, waar we een mooi uitzicht hebben op het stadsgedeelte.


Zestig meter boven de stad staan we nu. De vierkante toren heeft langs de vier zijden een balkon, weliswaar afgeschermd met een soort dikke kiekendraad. Onder ons zien we de botanische tuinen van dit heiligdom. Die symmetrie is mooi om zien vanuit de lucht. Verderop herkennen we gebouwen, welke we nog gaan bezoeken. Wanneer we terug naar beneden willen, merken we dat er geen knopje aan de liftdeur is. Wachten dan maar op onze Poolse liftboy. Na enkele minuten horen we dat de liftmotor begint te draaien en even later zwaait de deur open. De liftboy heeft een jonge toeriste naar boven gebracht. Wij hopen voor haar dat er nog bezoek naar boven zal komen, anders...
Terug beneden, proberen we langs de oevers van de Odra de stad inwaarts te wandelen. Helaas lukt dit niet. De botanische tuinen zijn goed beveiligd en we moeten op onze stappen terug keren. Hoogstwaarschijnlijk, moet er hier ergens een seminarie of zo zijn. Zo een hoge concentratie aan geestelijken, niet normaal! De zon begint steeds meer warmte te geven. Zalig om op die manier een stad te bezoeken. De lente bloeit hier prachtig. Her en der worden we overweldigd door heerlijk geurende bloesems! Tijd voor een pose: ik sta onder een laagstam in vol ornaat en ruik als een volleerde botanicus aan de ‘Fallus Impudicus'... staat al in bloei! (foto 124)
Van op de toren hebben we gezien waar de overdekte markt ligt. We moeten enkel nog de rode brug over. Vanaf deze brug zie ik een ‘gnoom’ zitten die water uit de Odra schept. Ik neem er vlug een foto van, want Stephan heeft hem niet gezien. Zo kan ik later zijn collectie ‘merkwaardige beelden uit Wroclaw’ aanvullen.
Het gebouw dat de markt (ofte de Makro van Wroclaw) herbergt is een oude betonconstructie. In het eerst deel (de food) zijn stalletjes met levensmiddelen geplaatst. In het tweede deel zijn bloemschiksters druk in de weer met het maken van allerhande bloemstukken. Nochtans is 1 november nog veraf. De prijs voor een groot bloemstuk is belachelijk laag, variërend van 30 tot 60 zloty’s. Eigenlijk zou ik graag eens poseren met zo’n overwinningspalm in de hand, maar ik heb mijn koersfiets niet bij. Trouwens, ze zijn hier niet gewend om toeristen te zien. Is het onze verschijning, die de bloemenmeisjes afleidt... vooral die sportieve met het strakke Nike trainingspak glimlacht uitdagend naar Stephan. Ik herinner me destijds advertenties in de weekendkatern van de Gentenaar: ‘Russian wedding’... Zou dat zoiets geweest zijn?
De non-food bevindt zich op de eerste verdieping, rondom de markt op niveau +1 is een gaanderij gemaakt met allerlei kleine winkeltjes, waar je van alles kunt kopen, van lingerie tot hondenvoeding en een uitgebreide collectie vooroorlogse keukenspullen. Een keukenrobot is hier blijkbaar nog niet uitgevonden. Maar uiteraard zeer interessant als werelderfgoed!

We komen bij een rond gebouw. Het herbergt een schilderij van 120 meter lang en 15 meter hoog: De viering van de overwinning van de Polen op de Russen in de slag om Raclawice. We twijfelen even om het te bezichtigen, maar het hoge entreegeld en het goede weer doen ons besluiten dat we liever buiten rondlopen. We bekijken het stratenplan en wandelen langs de aanbevolen toeristische weg terug naar het centrum. Onderweg passeren we de Sint Wojchlech’s kerk die mooi weerspiegeld in de ramen van een winkelgalerij. We lopen verder en komen zo aan ons vertrekpunt. Het is 13h30. Sinds de rampzalige boterhammen van vanmorgen, hebben we nog niks gegeten of gedronken. Dus gaan we zo snel mogelijk een terrasje in het zonnetje opzoeken. Onze keus is gevallen op een restaurantje waar men gevulde boekweitpannenkoeken serveert. Met 2 halve liters voor onze neus, de zon op ons hoofd en onze blik op de passerende mensen is dit meer dan genieten. Na het eten gaat Koen op zoek naar sigaretten. Enkele minuten later komt hij terug met een Pools merk voor zeven zloty’s (€1,80), maar een aansteker heeft hij vergeten te kopen…

Bewust vergeten natuurlijk! Gisterenavond in de pub had ik vreselijk zitten watertanden. Blijkbaar is bier serieus gerelateerd aan sigaretten bij mij, dus als we nu aan onze tweede halve liter beginnen bezwijk ik…
Op ons terras zit een jongedame te roken. Ik ga bij haar een vuurtje vragen in mijn beste Engels: “You have a light for me please”. Vriendelijk wijst ze naar een doosje lucifers. Ik pak het doosje, maar er zitten enkel 2 gebruikte stekskes in. “They’re already used”, zeg ik verontschuldigend, waarop ze koortsachtig in haar handtas begint te rommelen. Ik zeg haar dat ik een vuurtje ga vragen bij de buren, waarop ze haar handtas ondersteboven schudt en “wait a minute” zegt. Ik vraag haar terloops of ze Poolse is. Ze schudt van neen en zegt: “No I am Norwegian”. Tiens tiens, denk ik. Interessant. Ze vertelt me eveneens dat ze in Wroclaw is om professionele reden en die graag combineert met toeristische activiteiten. Alvorens terug te keren naar mijn tafeltje zeg ik nog, dat wij twee Belgische toeristen zijn.
De “Paramount light” smaakt verbazend goed bij een glas Zywiec bier! Heerlijk! Wie was dat alweer die de poëtische woorden “de zon in een halve liter wijn” zei of zong? Bij ons is het “de zon in een halve liter bier”… Ondertussen maken wij van op ons terras een grondige studie van het Poolse (vrouw)volk. Plots staat er iemand achter me die vraagt: “Which plans do you have for this afternoon?” De Vikingmadam is opgestaan en komt nog even gedag zeggen. Met een kwinkslag vertellen we dat we seffens naar de H&M gaan om een zwembroek te kopen. We vragen of ze zin heeft om mee te gaan zwemmen. Blijkbaar vindt ze dit bijzonder grappig en vraagt ons of we nog iets willen drinken, maar het zwemmen ziet ze echt niet zitten. Tja, daar kunnen we natuurlijk geen neen op zeggen en we bestellen nog een ‘Zywiec’. De Noorse is hier in Polen om een dubbeltentoonstelling voor te bereiden. Ze was de dagen voordien in Krakau, om met haar Poolse collega-curator een tentoonstelling voor te bereiden. (Cultural Exchange Project Norway-Poland www.vigeland.museum.no )
Als bevoorrechte toerist heeft zij wel het ‘Raclawice panorama’ bezocht en vouwt de uitgebreide documentatie over ons tafeltje uit.



Het moet inderdaad een indrukwekkend schilderij zijn. Nadat ons voorstel tot zwemmen afgewezen werd, komt nu een tegenvoorstel. Een bezoek aan de ‘Galeria of contemporary’ waar een videotentoonstelling loopt van Nederlandse kunstenaars, ‘Kickstart’ genaamd. Normaal gezien bezoeken wij in het buitenland geen Nederlandse kunst, daarvoor zijn we in Marseille eens op onze vingers getikt door een politiepatrouille. (lees:“Bouillabaisse à Marseille)
Enfin, Kickstart dus. De Noorse dringt aan en is bereid onze entree te betalen. Een geëmancipeerde dame uit het hoge Noorden, daar bezwijken wij voor en we gaan mee.

Videokunst… Wat moeten we ons daar bij voorstellen? We gaan een donkere kamer binnen, waar net een kortfilm begint van Maya Cochen. De dialogen doen me aan Pulp Fiction denken. Tot plots een omgekeerde kin met 2 ogen op het scherm verschijnt: “I’m a chiny chiny chin”. Grappig om zien. De kin is op zoek naar haar identiteit… Blijkt dat het de kin is van de actrice/regisseur. De plot missen we, want de Noorse neemt ons voor het einde van de film mee naar een andere zaal.



Volgend fragment: zo’n 20 mensen staan op een podium op een rij en zingen samen een lied, ondertussen maken ze geïmproviseerde gebaren. Wat is kunst? Dat is kunst! Een andere film: iemand loopt door een huis. Dezelfde beelden komen telkens terug, zodat het lijkt dat de film tot in het oneindige blijft duren. Wat verder wordt op een televisiescherm een andere film gespeeld: een vrouw maakt een put op een strand. Ze staat met de voeten in het water, op de vloedlijn, en ze graaft en graaft… en blijft graven. We denken dat we genoeg gezien hebben, houden het hier voor bekeken en gaan naar het centrum terug.
Terwijl we op het terras van ‘Spiz’ zitten, bedenken we dat we de naam van de Noorse nog steeds niet weten. We stellen ons voor, schudden een hand en komen dan pas te weten dat we met Trine aan tafel zitten.



Dan word ik in mijn eigen taal aangesproken door twee jongeren. Het zijn Gentse studenten die hier hun laatste jaar universiteit afmaken. Sinds februari zijn ze in deze stad, maar pas nu kunnen ze echt genieten, nu de terrasjes buiten staan… En heel even denk ik dat ik op de Graslei beland ben. We zitten wat te palaveren. Ik zeg Trine dat het huisje van Hans en Grietje hier ergens in Wroclaw moet staan. “Dat kan toch niet”, zegt ze. “Hans Cristian Andersen is een Deen”. Ik maak haar duidelijk dat de heks misschien in Denemarken leefde en Hans & Grietje mogelijks toch van hier komen. Ze lacht naar mij en gelooft niks van wat wij te vertellen hebben tot ik in haar reisgids het Hans & Grietje huisje opmerk. Ze snapt er niets van. Het huisje is net om de hoek gelegen, aan de andere kant van het plein. We drinken onze pint uit en gaan snel op zoek. Het kleine witte huisje hebben we deze morgen toevallig al gefotografeerd. Maar nergens zien we een aanwijzing die naar Hans & Grietje verwijst. Allicht wonen ze hier niet meer… Nu we daar toch staan kunnen we net zo goed onze cultuurtrip verder zetten en we stappen de Sint Elisabethkerk binnen. We lopen even rond, maken een foto en gaan weer buiten. Tegen het kleine huisje zien we een beeldje van een gnoom op de grond zitten.



De gnoombeeldjes, gemaakt door een plaatselijke kunstenaar, staan her en der in de stad verspreid. Binnenin zit een zendertje zodat we afzien om er ééntje mee naar huis te nemen. Aan de zijkant van het kleine huisje is een kruis afgebeeld, met daarnaast Christus, een hamer en 3 spijkers. Het lijkt precies op een IKEA-doe-het-zelf-pakket.



En dan… dan is het tijd voor een biertje…


Jawel, een Zywiec!!
Naast het huis van “Hans und Gretel” staat een groot terras. Het zonlicht strooit haar gouden licht over deze gezellige plaats. Nog even kunnen we genieten van haar warmte. Het biertje wordt een aperitiefje. We spreken af wat we gaan eten. Stephan heeft een tip gekregen van de Gentse studenten voor een toffe kroeg, maar we besluiten om in die omgeving iets te zoeken om te eten. Trine is ons nog steeds niet beu en vraagt of ze met ons mee mag. Ze is echt blij dat ze ons heeft leren kennen. Het lot heeft haar een aangename laatste dag in Wroclaw bezorgd. Morgen reist ze immers verder naar Gdansk.
Eens de zon verdwenen is, koelt het snel af op ons terras en we zoeken andere oorden op. Het hippe studentencafé bevindt zich buiten de ring. Het contrast tussen de opgesmukte binnenstad en grijze buitenstad valt ons op. Weldra vinden we het café met Deens reclamelogo ‘Probably the best beer in the World’, maar in de weidse omgeving is nergens een eetgelegenheid te vinden. Ondertussen beginnen we zwak op de benen te staan en het wordt de hoogste tijd dat we iets vinden. Tijd voor pizza! We vinden een pizzarestaurantje en bij het bekijken van de menukaart vertelt een klant terloops dat hier de beste pizza in town geserveerd wordt. Het interieur is compleet Australisch, merkwaardig. Heeft een Italiaan deze zaak van een Australiër overgenomen? Trine is niet op haar mondje gevallen. Voortdurend heeft ze opmerkingen voor de dienster: ze vraagt een Engelse kaart, ze wil weten wat artisjokken zijn, wil saus op haar pizza, wil weten wat de tafeldecoratie is. Ja hallo! Sinds deze namiddag is ze veel assertiever geworden, dank zij de Zywiec-ingrediënten. Stephan raakt een beetje geïrriteerd. Tijd om afscheid te nemen?

Toch niet! Koen betaalt haar eten, in ruil darvoor is de volgende traktatie voor haar. We gaan naar het ondergrondse café van gisteren terug. We zitten samen rond een tafeltje. Opnieuw is er stevige muziek te horen en Trine verbaast me met haar muziekkennis. Ze vertelt dat haar vader in een Noorse groep gespeeld heeft en zo 3 jaar lang een bekendheid in haar thuisland was. (Zal toch eens de naam van de groep moeten vragen). Ze heeft ook een voorkeur voor vinyl…. Maar de muziek staat te luid en het is moeilijk om elkaar goed te verstaan. Na 1 pint verlaten we de zaak en gaan een rustig café binnen. Trine trakteert… Emailadressen worden uitgewisseld, alsook de facebook-adressen. De ganse dag al zagen Koen & Trine me de oren van het lijf om toch maar hun vriend te worden op facebook. Voorlopig bezwijk ik niet… Hoe lang nog?
Dan is het tijd om op te stappen. Trine krijgt zelfs haar pint niet meer uit. We stappen naar de taxistaanplaats, krijgen elk een knuffel en weg is ze. Ik ben wel benieuwd of zij morgenvroeg haar trein naar Gdansk zal halen…
In ons hotel logt Koen snel in op facebook. Hij stuurt Trine een mail met de vraag of zij zijn vriendinnetje wil worden…

22 april 2009

Ik ben opnieuw om 6h30 wakker. Na een verkwikkende douche ga ik op de gang internetten. Ik stuur elfje een mailtje met onze belevenissen. Koen ligt nog te slapen. Wanneer ik de kamer binnen kom, zegt hij dat ik wel veel werk heb gehad op de badkamer.
In de keuken leg ik mijn fototoestel op de eettafel en ga ondertussen koffie zetten. Een jonge vrouw zet zich aan onze tafel. Ik schuif mijn fototoestel wat dichter bij mij. De vrouw gunt ons geen blik. Haar ogen dwalen af naar de muur naast haar of kijken gewoon in het ijle. Terwijl zij ons negeert, smeer ik mijn boterhammen met knoflookkaas.
Vandaag trekken we naar het zuiden van de stad. In de etalage van een boekenwinkel ligt een kookboek: religieus koken met tante nonneke, de bestseller in het katholieke Polen.



Aan een druk kruispunt komen we aan het kunstwerk ‘De Passage’. Het is alsof de levensgrote beelden aan de ene kant van de straat onder de grond gaan en aan de andere kant weer boven komen. We zijn op weg naar het Joods kerkhof. Buiten de stad komen we de communistische huizenblokken tegen. Aan de kant van de weg staat een zwartgeblakerde flitspaal. We vrezen dat die geen dienst meer doet. We gaan een klein poortje door, omzeilen het ticketbureau en stappen muisstil door naar het kerkhof. Het Joodse kerkhof dateert van 1856. De grafopschriften zijn meestal in het Duits. Dat komt omdat deze stad, vroeger Breslau genaamd, Duits grondgebied was. Tussen de graven staan hoge loofbomen, op de grond woekert klimop weelderig over de graven heen. Deze plaats heeft niets lugubers meer. Gezellig keuvelen we langs de graven heen, stappen naar buiten en sluiten dan het poortje…




Ondertussen hebben we al een hele afstand te voet afgelegd en dat begint te wegen op mijn getrainde fietsbeenspieren. Vanochtend hadden we in het stadscentrum nochtans een fietsverhuur gevonden, maar de wrakkige vehikels die in de etalage stonden, waren ons geen 40 zloty’s waard. Jammer, want de fiets is eigenlijk wel een ideaal vervoersmiddel om een stad te verkennen. Op weg naar het station komen we een winkelcentrum tegen. Tijd om uitgebreid te shoppen is er niet, maar het is altijd interessant om het aanbod van winkels te bekijken en om de prijzen te vergelijken. Na een bezoek aan een sjieke sportboetiek, stellen we vast, dat de prijzen vergelijkbaar zijn met de onze, dus koopjes zullen we hier niet doen.
Halverwege het centrum is een verpozingplaats ingericht, versierd met een kunstwerk van Dali, waar Stephan bijzonder veel interesse voor heeft. Ik ben meer geïnteresseerd in het aanpalend ijssalon. De smaken met exotisch klinkende Poolse namen, zien er bijzonder lekker uit. De dienster spreekt geen woord Engels en met gebarentaal bestellen wij ons elk een hoorntje met drie bollen, dat alles voor de soldenprijs van 9 Zloty’s! Het ijs is bijzonder lekker, vooral de munt en chocolade kunnen me bekoren.

Wanneer we onze plattegrond bekijken, zien we dat het treinstation ook bij de bezienswaardige gebouwen staat. Daar gaan we heen. We volgen de treinsporen. Het doet me denken aan het Brusselse Noordstation (niet dat ik het daar zó goed ken), met de bars en erotisch getinte kamers. Het hoofdgebouw is met kantelen afgerand. Het lijkt wel een kasteeltje. Binnenin spieden we de bankjes af. Volgens ons bestaat de kans dat Trine hier haar roes ligt uit te slapen. Niks ervan… En we stappen verder naar het Bastion Sakwowy. Het parkje ernaast is een ontmoetingsplaats voor verliefde koppeltjes. We hebben hier niets te zoeken en lopen het bastion op. De halve cirkel galerij is compleet verwaarloosd. Dit eens zo mooi gebouw ziet er nu troosteloos uit.

Maar het is een ideaal decor voor een fotoreportage van één of ander Pools model. Het monument dateert uit de 19de eeuw. We stellen ons voor hoe het hier moet geweest zijn in de Duitse periode en zou Dolf bovenaan op het balkon van de galerijen misschien ooit eens een toespraak hebben gehouden voor de inwoners van Breslau?
Het volgende indrukwekkende gebouw is het theater ‘Lalek’. Voor het gebouw ligt een prachtige stadsfontein. Kinderen lopen feeëriek rondjes rond het klaterende schouwspel, sprookjesachtig belicht door het schitterende zonlicht… Een stukje kindertheater ‘voor’ het theater! Naar het schijnt kun je in Wroclaw voor weinig geld, naar het theater of de opera gaan. Hier heerst nog geen echte cinemacultuur. Mochten we nog een nachtje langer in Wroclaw gebleven zijn, we hadden zeker en vast een voorstelling meegepikt! Dus dat zal voor een volgend bezoek zijn.
Langs het aanpalende park moet het art-nouveau zwembad liggen. De H&M zijn we niet meer tegengekomen en, we bezitten jammer geen zwembroek, dus zullen we als toeschouwers moeten binnen gaan.

Niemand die ons tegenhoudt. We vinden een deurtje dat naar ‘basin 1’ leidt. Enkele kinderen krijgen zwemles in dit oefenzwembad. Wat verder vinden we de deur naar ‘basin 2’. Dit is het grote art-nouveau zwembad dat we zochten. De okergele muren passen goed bij het blauwe zwembad. En volgens mij zou een blonde Noorse in zwempak met bloemenmotief volledig in dit decor passen. De zuilengang ondersteund de wandelgang waar wij op staan. Het is er vochtig warm en al zwetend gaan we het zwembad uit. Het gebouw huisvest ook een spa, maar een massage of schoonheidsbad is voor ons (nog) niet nodig.
Tijd om af te zakken naar het centrum… Vandaag bezetten we het zonnige terras van een Mexicaans restaurant. De ober, getooid met witte cowboyhoed en met een speelgoedpistool op zijn lijf, voelt zich goed in zijn sas. Hij spreekt ons vriendelijk aan en overhandigt ons de Engelse menukaart. Gisteren zagen we een promodame voor dit restaurant die flyers aan het uitdelen was voor een gratis margherita. We vertellen de ober dat wij onze flyers op de hotelkamer hebben laten liggen. “Jammer hé”, zegt hij, en weg is hij. Wat later brengt hij onze pinten met een heerlijke tortillaschotel. De afrekening gebeurt door een jonge dame in Mexicaanse klederdracht, blote buik en met een sombrero op het hoofd. Met een balpen heeft ze er een smiley aan toegevoegd en er haar naam bijgeschreven. Moeten we daar iets achter zoeken? Of verwacht ze enkel een fooi? We krijgen nog een warme glimlach toe geworpen en dan gaat ze met 2 andere pseudo-Mexicaansen opnieuw margheritafolders uitdelen.




Ondertussen beginnen we aan onze laatste uren Wroclaw… en deze stad bevalt me eigenlijk zeer goed! Stephan zou graag nog een beeld vinden in de studentenbuurt. Volgens onze folder zou het om een groot knalrood kunstwerk gaan. In de studentenbuurt heerst een rustige sfeer. De universiteitsgebouwen zijn stuk voor stuk heel goed onderhouden. Even werpen we een blik door een openstaande poort. We zien een prachtig aangelegde tuin. Het is meer een park waar banken en perken bezet zijn met studerende en keuvelende studenten, die hun graantje meepikken van de deugddoende zonnestralen. Maar het rode kunstwerk vinden we niet. Een verkeerde foto in de folder, want de naam van het kunstwerk kennen we. Het gaat om de man met de degen, al uitgebreid beschreven door Stephan. Aan het moderne universiteitsrestaurant worden we gewenkt door trompetgeschal. Een studente in toga vraagt op deze manier aandacht. Na haar ‘last post’ leest haar collega een oorkonde voor, uiteraard in het Pools. Waarover ze bericht? Joost mag het weten. We hebben nog even aandacht voor een stalletje met heel leuke posters. Stephan neemt een kiekje van een ‘Mohammed Ali’-poster. Cassius Clay in zijn hoogdagen, met gevleugelde uitspraken als: “I am so fast that when I switched off the light last night, I was already in bed before the light was out!”
Grenzend aan de studentenbuurt ligt de oude beestenmarkt. Momenteel worden de stalletjes gebruikt als kunstgalerijtjes. Bronzen beelden van kleinvee op de binnenplaats herinneren aan lang vervlogen tijden. In deze buurt liggen heel leuke cafeetjes. Jammer dat we vanavond naar huis moeten, het lijkt me de moeite om hier een “Zywiec” te komen drinken.
Ondertussen is onze toer vervolmaakt! We zijn rond, terug aan het huis van Hans und Grëtel, terug aan ons terras badend in het zonnetje. Tijd voor een “Zywiec”.

Rond 17h00 halen we onze kleine rugzakken op. De ‘locker room’ staat met zijn deur ‘rekkewijd’ open. Gelukkig vinden we er ons gerief terug. Met onze bagage op de rug, stappen we naar de bushalte. We begrijpen niets van de busregeling. Het is eventjes wachten en naarmate we daar staan en personen met bagage zien afkomen, voelen we ons meer en meer op ons gemak. Na een half uurtje staan we op de luchthaven. Onze laatste zloty’s geven we aan de bar uit, maar de allerlaatste zloty’s zijn voor het internet… Koen krijgt vijf minuten de tijd om zijn facebook te controleren… en wat denk je? Natuurlijk heeft de Noorse zijn vriendschapsverzoek aanvaard! En met een “Yes!” stappen we het vliegtuig op…

EINDE

(met dank aan Koen Versprille)

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage