maandag, maart 09, 2009

Eerste zon in Lissabon (febr. 2009)

Maandag 9 februari

Vandaag zijn wij als eersten wakker. Mauro kijkt raar om zich heen, niet begrijpend dat mama op dit ontiegelijk uur al druk in de weer is. Onze krappe auto wordt volgestouwd en stipt om 5h45 vertrekken we naar Gent Sint Pieters. Ik zet vrouw en kind af op de ‘kiss & ride’ plaats en zoek dan een parkeerplaats iets verderop. Ik heb er wel niet aan gedacht om klein geld mee te nemen voor de parkeermeter. Ik SMS de straat en huisnummer door naar mijn moeder, zodat zij later die dag mijn auto kan komen ophalen.
Spoor 9: we wachten tussen de pendelaars die met een gezicht tot op de grond wachten op de trein naar Brussel. Wanneer de trein stopt, wurmen ze zich voor onze kinderwagen. Bang dat ze zijn om geen zitplaats te kunnen bemachtigen. Mauro laten we in de gang van de trein staan. Wij vinden een plaatsje voorin. De persoon voor ons leest de gratis, netjes voor zich opengevouwen ‘Metro’. Elfje leest een ander exemplaar. Wanneer zij aan pagina 2 zit, ziet de krant er al volledig verkreukt uit. En ondertussen passeren de lichtjes van de stad. Ze fonkelen als sterren aan de hemel.

In de luchthaven checken we zelf in. We moeten enkel nog onze valiezen afgeven en onze instapkaarten in ontvangst nemen. Mauro heeft aan zijn inschrijvingsbewijs niet genoeg. Er moet een foto bijgevoegd worden. Wat verder is een kiosk waar we pasfoto’s kunnen nemen. Na €5 gewisseld te hebben, kunnen we van start gaan. Doordat de stoel te laag staat, kan Mauro niet in de lens kijken. Daarom hou ik hem met één hand omhoog en met het andere ondersteun ik hem op zijn buik. Bij de derde (en laatste) kans lukt het mij om hem mooi in de lens te laten kijken. Eén foto wordt bij zijn inschrijvingsbewijs gevoegd, een andere wordt aan zijn instapkaart geniet. En zonder problemen kunnen we door de controle.


En ik die dacht dat mensen met kinderen voorrang krijgen. Niet dus! Een man in maatpak drumt zich voor me. Ik overweeg om eens goed op zijn voet te gaan staan, maar ben bang dat Mauro de klappen zou kunnen opvangen. De kinderwagen wordt net voor het instappen van de Boeing afgegeven en we nemen onze plaatsen in op rij 20.
Bij het opstijgen, krijgt Mauro een tepel in zijn mond geduwd. Na zijn maaltijd valt hij in een diepe slaap en hij wordt pas wakker wanneer de landing na 2h30 ingezet wordt.

Terwijl ik op de valiezen wacht, wordt Mauro van luier gewisseld. Met de taxi passeren we het Benfica- en Sporting Lissabon stadion en worden voor ons hotel in Belém afgezet. ‘Jerónimos 8’ is een modern 4-sterren hotel. Bij het betreden van onze kamer kijken we de badkamer binnen. Links ervan is er een zithoek, rechts ervan is de slaapruimte. Er is zelfs al een reisbedje voor onze Mauro voorzien. We nemen een badje en exploreren daarna de buurt.

We besluiten om te gaan dineren in het visrestaurant om de hoek, hetwelk de taxichauffeur ons aangeraden heeft. Na wat zoeken merk ik op dat elfjes’ Portugees niet van hoogstaande kwaliteit is. In plaats van vis, serveert het fameuze restaurant ‘pastéis de Belém’, pasteitjes van crème brûlée in bladerdeeg. Het ‘Antiga Confeitaria de Belém’ bestaat al meer dan 150 jaar. De zaak bestaat uit kleine kamertjes betegeld met azulejos. We drinken een koffie/thee en eten elk één lekkernij. Tijd om er kaneel en poedersuiker op te strooien hebben we niet. Vliegensvlug verdwijnen de pasteitjes in onze mond. We gaan dan maar op zoek naar een visrestaurantje in de buurt. Maar de maandag is bijna alles hier gesloten. Ons doel is om één van de restaurantjes te nemen langs de Taag. Terwijl ik foto’s neem van op een oversteek over de weg en treinsporen, is elfje al verder gewandeld. Ik zie iemand haar helpen om de kinderwagen van de trappen te helpen. Beneden gekomen, vraagt de man wat kleingeld. Ik kijk van bovenaan toe en zie elfje naar mij zoeken. Zonder betalen stappen we verder. De Taag ziet er troosteloos uit in de miezerige regen. Jezus staat met wijd open armen naar de ‘Porte 25 de Abril’ te staren, een brug die heel sterk op de ‘Golden Gate Bridge’ lijkt. Elfje haar honger is niet te stillen. We stappen het eerste restaurant binnen dat open is. Veel keus is er niet en we nemen een streekgerecht: een mix van ei met aardappel & kabeljauw. Net als wij willen beginnen eten, zet Mauro zijn keel open. Hij heeft ook honger en hij maakt dat hij als eerste met eten kan starten. De diensters vallen voor Mauro’s charme. Ze komen hem knuffelen en nemen hem zelfs op de arm zodat wij op ons gemak kunnen verder eten.
We keren langs dezelfde weg terug, passeren een parkje en gaan binnen in de kerk van het ‘Mosteiro dos Jerónimos’. De gewelven zien er uit als een spinrag. Vooraan in de kerk staat de graftombe van ontdekkingsreiziger Vasco de Gamas. Er is een dienst aan de gang, daarom keren we snel naar ons hotel terug en uitgeput kruipen we in bed rond 20h.


Dinsdag 10 februari

Bij het ochtendgloren zie ik de eerste zon sinds lange tijd piepen van achter de gordijnen. We hebben een relatief rustige nacht gehad. Mauro ligt in het grote bed. Om 7h15 douche ik me en pas dan begin ik Mauro klaar te maken. Bij het verversen van zijn luier, ben ik even afgeleid en zie plots een straal de hoogte ingaan en naar beneden komen op mijn kostuum. Pas om 8h30 zitten we aan de ontbijttafel. We maken gretig gebruik van het buffet en 2 uur later wandelen we het hotel buiten.

We nemen tram 15 naar het centrum van de stad. Plots vraagt elfje de weg naar Do Rato. De tramcontroleur wijst ons de weg naar een bushalte even verderop. Wanneer we op onze bestemming zijn, neemt elfje de 100%-gids ter hand en wandelt de verkeerde richting uit. Ik help haar op weg en even later staan we aan een oud aquaduct, waaronder een kerkje verscholen staat. Wat verder is elfje opnieuw het spoor bijster. We lopen wat rond maar vinden de juiste straat niet. Elfje begint wat lastig te worden. Op goedgevoel komen we uiteindelijk dan toch in een aantrekkelijk stadsgedeelte terecht. Een klein trammetje komt net de helling afgereden. Enkel oude mannen stappen uit en komen op Mauro af. Ook voor hen heeft hij een grote aaibaarheidsfactor. Wat verder staan we voor een portowinkel. Flessen ter waarde van €1400 staan zo maar in de etalage.

Plots zie ik aan de overkant van de straat het logo van het Hard Rock Cafe. Daar moeten we heen… We zitten aan een tafeltje. Mauro laten we op tafel spartellen. De dienster is overvriendelijk. Met haar gemaakte lach en haar gedachten bij een vette fooi, serveert ze ons een hamburger. We lopen het café eens rond. Ik zie een kleurrijke Cream-gitaar, een Who-jasje, een broek van Eddie Van Halen en een topje van Prince.
In het stadscentrum lopen heel wat ongure personen en daklozen. Ik ben hier wat meer op mijn hoede. Op het Rossio komt een vreemdeling op mij af: “Hasj? Marihuana?” Ik loop rond met Mauro op mijn buik en met elfje in mijn hand. Ziet hij niet dat ik een doodbrave huisvader ben?
Elfje loopt nu rond met de Capitool reisgids in haar hand. Ze loodst me naar een Moorse patio en via het oudste café gaan we naar de marmeren trappen aan het water. In de galerij er naartoe zit iemand op een stoel te slapen met zijn mond wijd open tegen de muur. Elfje komt eerst bij de marmeren trappen. Enkele jongeren slaan haar gade. Wanneer Mauro & ik bij haar gaan staan, verdwijnt hun interesse. We lopen via de winkelstraten naar de lift ‘elevador de Santa Justa’. De lift, gemaakt door een leerling van Gustave Eiffel, brengt ons naar het 32 meter hoger gelegen stadsgedeelte ‘Bairro Alto’. Van boven hebben we een prachtig uitzicht over de daken van Lissabon. Achter ons staan de overblijfselen van een karmelietenkerk. De gracieuze bogen steken mooi af tegen de blauwe lucht. In het café ‘A Brasileira’ voelen de diensters zich gechoqueerd als Mauro de borst krijgt. Even later zit Mauro zichzelf te bekijken in één van de vele vergulde spiegels.

Na het cafébezoek gaan we naar het uitkijkpunt wat verder op. Elfje wijst me de weg en tien minuten later kijken we uit over de stad, maar van op een andere plaats. Elfje heeft haar mooie botjes aan. Mooi, maar niet gemaakt om er gans de dag mee rond te stappen. Ze lijdt me naar een cocktailbar. Het is er gezellig, met veel snuisterijen. Treintjes, soldaatjes en oude kepies staan in vitrinekasten. Cocktails staan binnen de kortste tijd voor onze neus. Een uurtje later nemen we het oude trammetje, dat ons in rechte lijn naar het stadscentrum brengt. Van daaruit is het amper een steenworp wandelen naar tram 15 die ons rechtstreeks naar Belém voert. Tijdens die rit proberen we Mauro stil te houden, maar de laatste vijf minuten is hij niet meer te houden. De meeste mensen vinden het blijkbaar grappig. Wij daarentegen… In het hotel ontbloot elfje vlug haar bovenlichaam en Mauro’s gekrijs gaat over in een luid gesmak.
Wij gaan eten in ‘A Commenda’, gelegen in het cultureel centrum van Belém. We nemen de lift naar boven en de deur van het restaurant zwaait voor onze neus open. We vragen of er een tafeltje vrij is en zien dan dat er niemand anders in het restaurant aanwezig is. De ober komt ons broodmandje constant bijvullen en we vinden het verdacht dat ik een glas klasse rode wijn krijg zonder de prijskaart te zien. Het eten smaakt enorm en de rekening valt reuze mee. Het zijn duidelijk geen Italianen…


Woensdag 11 februari

Bij het ontbijt worden er verse ‘pastéis de Belém’ geserveerd. Als dessert speel ik er zo enkele naar binnen. Met een goed gevulde maag nemen we de tram naar het centrum en stappen af aan ‘Praca da Figuera’. Daar nemen we tram 12 naar de Alfama-wijk. De straten zijn steil en de trambestuurster heeft het moeilijk om die logge oude tram boven te krijgen. We stappen af aan een uitkijkpunt en nemen dan een trap die ons naar ‘Castelo de São Jorge’ brengt. Het kasteel is precies van dezelfde architect als die van het Gravensteen. Deze burcht is ook afgebroken en opnieuw opgebouwd begin 20ste eeuw. Van hieruit hebben we het mooiste zicht op de stad die onder ons gelegen is. We lopen wat rond op de kantelen. Veel is er niet te zien, ook het kleine museum is niet echt aan ons besteed. Daarvoor schijnt de zon te fel en vinden we het jammer om ergens binnen onze tijd te verdoen. Langs de smalle straatjes gaan we naar beneden. Elfje wijst de weg opnieuw in de verkeerde richting aan. Ik zet haar nogmaals op weg. Ze vindt de trap die we zochten, maar loopt die volledig af, zodat we weer op een verkeerde plaats terecht komen. Mauro laat ook van zich horen en onder een appelsienenboom krijgt hij onder waakzaam oog van elfje de borst. Nog geen half uur verder ligt hij met blote kont op de trappen van een kerk.
Enkele oudere vrouwtjes komen een babbeltje slaan. Ze vinden het precies leuk dat hun kerk gezegend wordt. We volgen de weg naar beneden en passeren enkele fadorestaurants.
Elfje gidst me verder. We gaan steile steegjes in en wandelen rondom een kerk, die wat weg heeft van het Capitool. Dan gaat de weg naar beneden en aan een bushalte houden we halt. Omdat elfje niet weet welke richting we uitmoeten, zeg ik dat we beter de bus naar het centrum nemen. We staan zo een tijdje te wachten totdat ik het lumineuze idee heb om eens op de kaart te kijken. Pas dan zie ik dat we hier de bus in de verkeerde richting zullen nemen. Ik leg haar de grondbeginselen van het kaartlezen uit, neem zelf de kaart ter hand en stap in de richting van het centrum, slechts op 1 km van ons vandaan.
We stappen een keramiekwinkeltje binnen en wat verder nemen we een kijkje in een winkeltje dat alleen maar vis verkoopt in kleurrijke conservenblikken.
Met tram 18 gaan we naar ‘Jardim da Estrela’. Hoge bomen sieren het mooi aangelegde park. Volgens elfje kunnen we hier lekker eten en drinken. We wandelen wat rond, maar vinden niets om onze maaginhoud op peil te houden. We steken de straat over en stappen de ‘Basilica da Estrela’ binnen. Elfje vertelt me het verhaaltje over het ontstaan van deze basiliek: Maria I beloofde dat ze een kathedraal zou laten bouwen indien ze zwanger zou zijn van een troonopvolger. Twee jaar nadat de kerk af is, sterft de zoon. Maria I gaat van verdriet naar Brazilië en sterft daar. Enige tijd later doet elfje een test en vraagt me wat te vertellen over het ontstaan van de kerk. Ik stamel enkele dingen die er een beetje op lijken en elfje vertelt me het ganse verhaaltje opnieuw.
We volgen de wandeling in de 100% gids, maar die is moeilijk te volgen. We komen uit aan een klein parkje en eten salade met geitenkaas op een terrasje. Onze weg terug loopt langs de Belgische ambassade en door een poepchique buurt in vervlogen tijden. Toch zien we mooie huizen verscholen achter hoge muren en tussen hoge bomen. Dan belanden we in de straat van de ‘groene jartellen’. Maar nergens is er iets erotisch te bespeuren. Dan valt elfjes frank: “Dit is waarschijnlijk de straat van de groene ramen”, zegt ze. En inderdaad, in gans de straat zijn de ramen van een groene verflaag voorzien. Portugees lijkt toch niet echt op Spaans, denk ik dan.
Na een opfrisbeurt keren we met de wandelwagen terug naar het centrum. We passeren de oudste fontein van de stad, die we daarnet niet vonden. We gaan eten in één van de fadorestaurants die we vanmiddag gezien hebben. Langs een achteringang worden we binnengelaten. Bij het bestellen begint Mauro te krijsen van de honger. Ondertussen maakt elfje zich boos omdat de uitbater enkel maar een fles wijn wil serveren. Uiteindelijk krijgen we een klein karafje wijn, geserveerd met halfopgewarmde vis, die hoogst waarschijnlijk daarnet op de tafel naast ons stond en halfbevroren krab recht vanuit de zee(?). Wanneer ze niet moeten opdienen, zingen de fadozangeressen om beurt een lied. De spanning is te snijden: enkele klanten durven niet zeggen dat het eten niet lekker is, wat verder zegt een vrouw tegen haar partner dat ze alleen zal opstappen en de fadozangeres verkoopt geen enkele CD aan de tafeltjes. Uiteindelijk komt de jongste op ons af en houdt Mauro dicht tegen haar aan en wiegt hem in slaap.
Op de terugweg passeren we de kathedraal Sé, die baadt in het gele lampenlicht. Een oude tram ratelt voorbij. Elfje wil porto drinken in het oudste café van de stad. We staan voor gesloten deuren. Even overwegen we om ergens anders de nacht te bedrinken, maar dan houden we rekening met de weinige nachtrust die Mauro ons wil schenken en nemen we wijselijk de tram naar Belém terug…


Donderdag 12 februari

Er is veel volk aan de ontbijttafel. Nauwlettend houd ik de ‘pastéis de Belém’ in de gaten. Terwijl elfje de valiezen pakt, ga ik in sneltempo naar het ‘Mosteiro dos Jerónimos’ en de ‘Torre de Belém’, zodat ik die kan fotograferen met een stralend blauwe lucht. De ‘Torre’ is een heel eind weg, verder dan verwacht en ik schakel nog een versnelling hoger. Ik wandel langs de drukke weg en steek de voetgangersbrug over. Zo kom ik aan de oude toren, gelegen aan de Taag. Vroeger stond die in het midden van de rivier. Dan stap ik in ijltempo naar het zeevaardermonument ‘Padrão dos Descobrimentos’, waar iemand me tracht een gouden zegelring te verpatsen. Via de andere brug over de snelweg, spoed ik me naar het hotel waar ‘familie De Paepe’ ongeduldig staat te wachten. We geven onze bagage in bewaring en rijden naar het centrum. In het winkelcentrum zijn het de laatste dagen solden, waar ik gretig van gebruik maak. Een paar klasse schoenen verdwijnen onderaan de wandelwagen. Met de oude lift ‘elevador de Santa Justa’ gaan we naar het hoger gelegen stadsgedeelte en wandelen we naar het uitzichtpunt dat elfje vorige keer niet gevonden had. We installeren ons op het ‘No Bai’-terras. Onder een stralende zon, krijst Mauro het terras bij elkaar. Hij grijpt heftig naar mama’s borst en drinkt te gulzig zodat even later de melk op de grond ligt. Daarbovenop vult hij zijn pamper met luid gekreun. Pas wanneer hij ververst is, neem ik enkele foto’s van hem met de daken van Lissabon op de achtergrond.

We beslissen om Mauro op mijn buik te binden. Hij vindt het heerlijk om alles in zijn kleine brein op te nemen. Wij maken dankbaar gebruik om onze jassen in de wandelwagen te leggen. Snikheet is het hier!
We volgen de wandelingen in onze reisgids niet meer. Ik pak de leiding en neem de short cut naar ‘Jardim Botanico’. Aan het paviljoen in het midden van het park nemen we plaats aan een eettafeltje in de schaduw. Porto, terras & zon… heerlijk om daarvan te kunnen genieten begin februari. Op onze terugweg stappen we het kerkje Jorge binnen. Het interieur is overweldigend. Heel anders dan de Barokke buitenkant.
Maar nu moeten we snel zijn. We nemen de lift naar beneden en wandelen snel door naar de tramhalte. Stipt om 16h arriveren we aan ons hotel. De taxi staat al te wachten. We laden de bagage in en worden naar de luchthaven gereden. Op de luchthaven vraagt de taxichauffeur €25. Ik frons de wenkbrauwen en kijk over mijn schouder naar elfje. Omdat zij niet reageert betaal ik. Wat later zegt elfje dat hij te veel vraagt. Ze begint te onderhandelen in een mengeling van Spaans & Portugees. Ineens verstaat de taxichauffeur haar niet meer. Pas dan verheft ze haar stem en de taxichauffeur kruipt in zijn taxi en geeft haar een biljet van €5 terug. Taxichauffeurs… toch overal dezelfden!

EINDE

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage