donderdag, oktober 06, 2005

Langs toeristische paden… Corfu. (sept 2005)


24 september 2005

Wie vertrekt nu op een ontiegelijk vroeg uur op reis? Wij dus! De wekker meldt ons op verschrikkelijke wijze dat we moeten opstaan. Het is 3h00. Mijn collega, Koen voert ons naar de luchthaven in Zaventem, voordat hij straks nog moet beginnen aan zijn vroege shift. Als hij ons er om 4h15 dropt, hebben wij toch betere vooruitzichten dan hem. Wij kunnen een weekje ontspannen, geen gejaagdheid, geen gezeur, enkel genieten…
Op het grote bord in de inkomhal bekijken we de lange reeks vluchten. Een vlucht naar Corfu om 5h15. Dat is de onze niet. We zoeken de vlucht van 6h00. Niet te vinden! Tièns… Dan valt mijn ouderwetse frank. Vliegensvlug worden de tickets boven gehaald. Vertrek op 25 september. Ik zoek mijn kalender op mijn gsm. Vandaag zijn we de 24ste. Mijn duim zoekt de beltoets om Koen te bellen. Elfje houdt me tegen & wrijft met haar wijsvinger onder haar neus. ‘Waarom nemen we er geen extra dagje verlof bij? Een dagje Brussel, vraagt ze? Een lumineus idee…
In plaats van het vliegtuig te nemen, gaan we nu twee verdiepen naar beneden. De eerste trein is er pas om 5h15. Pfff… We gaan naar de aankomsthal & bekijken het uithangbord met allerlei hotels. We bellen naar het dichtstbijzijnde, het Ibis-hotel in Diegem, en reserveren een kamer. Een taxi voert ons voor €15 enkele luttele kilometers verder.
Nadat we ingecheckt zijn en net uitgekleed, krijgen we een telefoon van de receptie. Of we nu nog willen veranderen van kamer, van een roker- naar een niet-rokerkamer? Liever nu niet, strakjes na het ontbijt.
Na enkele uurtjes slapen - voor mij na enkele uurtjes piekeren over hoe het komt dat ik zó stom heb kunnen zijn – staan we om 9h op voor het ontbijtbuffet. De koffie & broodjes smaken. Daarna wisselen we van kamer. Nu moeten we naar het 2de verdiep. De kamer lijkt net hetzelfde, maar nu hebben we terug mooi opgemaakte bedden, waarvan we de lakens eerst nog eens verkreukelen. Moe dat we zijn!
Tegen de middag staan we terug op en wandelen ongeveer 15 minuutjes naar het treinstation van Diegem om een trein te nemen naar de hoofdstad van Europa. Tegen 14h stappen we uit aan Brussel-Noord. In de aanpalende straten zitten fijne zwarte vleeswaren uitgestald onder neonlicht. We kopen wat fruit om de hoek. Er zijn volksfeesten aan de gang, hoofdzakelijk bijgewoond door migrantenjongeren. Door die straten tracht ik me een weg te zoeken naar DOD, waar we elk een trui kopen. Je weet maar nooit waar het goed voor kan zijn. Dan op onze weg naar het centrum, maken we een stop op het Vrijheidsplein en we nemen plaats op het grote terras. Een Leffe, Campari & een schotel kaas met augurkjes & uitjes worden ons uiteindelijk gebracht. Langs de colonne van de Onbekende Soldaat stappen we langs grote foto’s van landschappen, die de lelijke grijze gebouwen moeten opfleuren, door naar de grote markt. We worden verwelkomd door een muzikale bende hare krishna’s en door een reuzengrote Asterix & Obelix, die net rond hun dorp wandelen. Het is gezellig maar druk op de Grote Markt en we besluiten om de lekkerste frieten van Brussel te proeven bij de fameuze frituur aan de Munt. Sinds 1978 staan ze hier al frieten te bakken en het moet gezegd zijn, hier zijn ze echt wel lekker. We zakken nog eens af naar het Katelijneplein om op een terrasje rode wijn te drinken. En als het wat frisser wordt vertrekken we en stappen op onze weg naar het Centraal Station nog eens binnen in Le cercueil, een café uitgerust met dodenkransen en lijkkisten.
Onze trein terug naar Diegem is er iets na 21h, zodat we rond 22h terug op de kamer zijn. De douche & TV doen hun ding…


25 september

Indien ik had geweten dat een dagje Brussel zo gezellig zou zijn, dan zou ik de volgende reis wel eens terug een dagje vroeger in de luchthaven willen aankomen. Er is maar één nadeel nu: voor de tweede maal na elkaar moeten we vroeg opstaan. Deze keer om 3h45, zodat we om 4h00 onze extra ontbijtbonnen kunnen verzilveren. Om 4h15 komt de taxi eraan, zodat we goed op tijd zijn om in te checken. We slepen ons naar gate A72, waar elfje op de banken languit gaat liggen. Ik stop de oortjes van de iPod in en terwijl ik naar de muziek luister, bestudeer ik de medereizigers. Dit zijn dus het soort mensen die van een weekje zon & rust willen genieten…
In de boeiing 737 voel ik me als een begeleider van een seniorenuitstap. Een in wit geklede blonde vrouw stapt in het vliegtuig heen en weer, waarschijnlijk op zoek naar een nieuwe levensgezel. Kleine confituurpottekes verdwijnen in de handtassen, met als excuus: alles wat men krijgt, moet men meenemen. Wat later ligt de helft van het vliegtuig te slapen met opengevallen stinkende bekken. En ik? Ik lees mijn John Irving-boek verder terwijl Keith Jarrett me muzikaal begeleidt.
Na een vlucht van 2h30 komen we aan op Corfu (plaatselijke tijd is 9h30). De Grieken zijn er gerust in. De airbus vol bejaarden moet niet gecontroleerd worden. Van hen profiterend, glippen ook wij zonder controle het land binnen. Bij het buitenkomen word ik herkend door de reisbegeleidster. Wie is dat nu ook al weer? En van waar zou ik haar moeten kennen? We hebben beiden geen flauw idee. We stappen op de bus die ons naar het hotel Eliana in Dassia zal brengen. Toch wel eens gemakkelijk dat we zelf niets moeten regelen. Deze keer moeten we gewoon de meute volgen…
Aanschuiven aan de balie van het hotel, waar ons kamer 214 toegewezen wordt. Terwijl ik de kamer en het terras eens bekijk, is elfje al druk in de weer met het uitpakken van haar koffers. Het kan hier niet snel genoeg gaan…
Na een kort dutje, gaan we naar de eetruimte, waar we een afspraak hebben met de reisbegeleidster. Na wat over en heen gepraat, komen we te weten waarvan we elkaar kennen. Anne is nog werkneemster geweest op de dienst aankopen van Stora Enso. Tja, haar had ik hier niet verwacht. Op overtuigende wijze geeft ze uitleg over de “do’s” en de “don’ts”. We bestellen een auto waarmee we 3 dagen het eiland zullen doorkruisen. (€ 79 / 3 dagen).
Eerst nog een schriftje kopen en dan gaan we naar het water. We wandelen langs de kustlijn, zien gezellige restaurantjes & toeristen die waggelen over het keienstrand. In ‘The hammock’ besluiten we om een meze te eten. De eigenaar brengt ons overheerlijke met olijfolie klaargemaakte hapjes. Ook het Griekse bier mag er zijn! Glazen van 0.5 liter. Zo hebben we het graag! Voldaan stappen we opnieuw de winkel binnen, nu voor het kopen van Ouzo, wijn, feta & tomaten. Dan de helling op naar Eliana.
Op ons terras genieten we van de gekochte goederen, genietend van de laatste zonnestralen. Tegen 21h gaan we terug naar de hoofdstraat waar we een typisch Grieks restaurant opzoeken. De gemengde vleesschotel is groter dan ik dacht, de pita zeer lekker. De typische rode wijn van Corfu smaakt zuurder dan verwacht. Op de terugweg naar het hotel, worden we van op een veilige afstand gadegeslagen door een hond. Tegen 23h kruipen we onder de lakens. De lits-jumeaux hadden we liever niet gehad…


26 september

De reiswekker wekt ons om 8h. Om 9h schuiven we aan bij het ontbijtbuffet. Kaas, hesp, gekookte eieren, kwark en cornflakes liggen op een tafel uitgestald. Toast wordt geroosterd. Het is er rustig. De Belgen zien er vermoeid uit.
Rond 10h30 staan we al aan de bushalte te wachten op de bus naar Kerkyra (Corfu-stad). Een oude dame probeert aan elfje uit te leggen dat ze moeilijk kan stappen. Ze heft haar rok omhoog en toont de plekken op haar verschrompelende benen. Met een hartelijke vriendelijkheid knijpt ze nog eens in elfjes arm, het lijkt wel alsof ze wil zeggen dat ze elfje graag heeft.
We worden afgezet aan de oude haven & lopen direct de gezellige winkelstraten in. Op een marktje kopen we fruit. Elfje tracht wat in het Grieks te zeggen, maar de groenteboer bedankt haar in het Engels. Als we de straten afschuimen, elkaar kussend, krijgen we luidop commentaar te horen van een vrouwtje dat achter ons aan loopt. Eerst denken we dat we misschien aanstootgevend bezig zijn voor het katholieke Corfu, maar dan merken we dat ze lacht en wellicht iets zegt in de trant van: ‘Liefde kan toch mooi zijn’.
Wat verder moeten we opzij stappen voor een auto die onze richting uitkomt. De autobestuurder zit breed glimlachend achter zijn stuur omdat hij het jonge meisje in strakke jeans voor hem niet kan passeren. Hier kunnen de mensen nog genieten van de kleine dingen. Heerlijk! Ook de verkopers van de kleine winkeltjes zijn niet opdringerig. Heel wat anders dan wat ik 2 maand geleden heb meegemaakt in India.
We bezoeken eerst het nieuwe fort. Al slurpend van de pas gekochte sappige peren, overschouwen we de daken van Corfu-stad, alsook de kleine haven. Het fort zelf is niet echt interessant, maar geeft ons wel een welgekomen aangename afkoeling.
Als we de Esplanada passeren, gaan we plaats nemen op één van de massale terrassen. Elfje geniet van een milkshake, ik van een biertje. Enkele brutale duiven wagen het om mijn nootjes uit het schaaltje te komen pikken.
Aangezien de bezienswaardigheden zo dicht bij elkaar liggen, besluiten we om ook maar het oude fort op te zoeken. Ik zoek het reisboekje om wat meer te weten te komen, maar het boekje is zoek. Heeft elfje het soms vergeten? Als we terug op het terras aankomen en navraag doen, zegt de dienster niks gevonden te hebben. Een andere dienster gaat de bar binnen en zoekt en rommelt in de vuilbak. Wat later krijgt elfje het gidsje nat en geplekt terug.
Terwijl we in de smalle straatjes van de stad lopen begint het te druppelen. We besluiten om terug te keren naar de bushalte. Bij navraag wanneer en waar de bus juist komt, krijgen we te horen dat we die moeten nemen aan de andere kant van het nieuwe fort. Ondertussen regent het steeds maar harder en harder. Eerst schuilen we nog wat onder de kleine boompjes, maar als die de groter wordende druppels niet meer kunnen tegen houden, zijn we wel verplicht om een andere schuilplaats te zoeken. Samen met andere toeristen schuilen we onder het afdak van een krantenkiosk. Overal in Corfu zien we affiches die één van het grootste waterpretpark in Europa aanprijzen. Het waterpretpark moeten wij niet meer opzoeken, dat hebben we nu al gevonden! Omdat ik toch al kleddernat ben, poseer ik zelfs bij een affiche van Aqualand. Na het uitwringen van mijn T-shirt banen we ons een weg door de striemende regen naar de bushalte aan de andere kant van de stad. Het is eigenlijk wel grappig hoe de toeristen samentroepen om die bushalte op te sporen. Uiteindelijk komen we er met ongeveer een man of 20 aan. We hebben geluk, de bus naar Dassia staat al te wachten om te vertrekken. Zo’n half uurtje later komen we in Dassia aan. Terwijl elfje zich naar het hotel rept om haar neus te poederen, loop ik de winkel nog eens binnen om een fles Koum-Kouat te kopen, het aperitief drankje waar de Corfioten zo trots op zijn.
Volledig ingesmeerd en met de fles drank en onze boeken, installeren we ons bij het zwembad. De Koum-Kouat is lekker, maar toch iets te zoet. Toch is het geen probleem om die bijna volledig met ons beiden uit te drinken. Ik maak nog een plonsje in het zwembed en ga dan naast elfje liggen om mijn boekje verder te lezen. Twee Engelsen horen we hardop lachen van op hun balkon. Met hun beiden hebben ze al meer dan een fles Ouzo uit. Wat later komen ze naast ons aan het zwembad zitten, nog steeds luid lachend, wat na 15 minuten overgaat in een zwaar geronk.
We maken ons klaar om te gaan eten. Elfje ziet er goed uit in haar mooi elfenkleedje. Eerst maken we nog een wandelingetje langs het strand, dat er nu doods en verlaten bij ligt. We stappen terug het terras van ‘The hammock’ binnen, het gezelligste restaurant hier in de buurt & bestellen beiden de visschotel (€15). Een Belgisch koppel dat enkele tafeltjes van ons verwijderd is, heeft zo te zien niks meer tegen elkaar te zeggen. Wij daarentegen…
Op de terugweg naar het hotel word ik (bijna) voor de honden gegooid. Een luid blaffende hond achtervolgt een auto die onze richting uitkomt. Als die bijna bij ons is, grijpt elfje me beet, springt achter mijn rug en duwt me in de richting van de aanstormende hond. Allé jong, ik moet het hier weer bekopen!
Terwijl elfje zich wat later douchet, kruip ik afgemat & verschrikt het bed in…


27 september

We staan op om 8h30 om ons ontbijt niet te ontlopen. We nemen een tafeltje aan het grote raam. Het zonnetje plant zijn stralen op onze ruggen. Ook de bijen zijn van de partij, en de Belgen kijken smalend in onze richting als elfje recht springt en een dansje rond de tafel maakt.
Die dag krijgen we voor het eerst een auto, een Fiat Panda. We vertrekken in noordelijke richting. Onze eerste halteplaats is Kasiopi, een vissersdorp. Het dorp zelf met zijn taveernes zegt ons niet veel, dus maken we een wandeling langs de rotsen. Een smal pad brengt ons door de struiken naar een klein strandje. Na wat klauterwerk hebben we een mooi en afgelegen plekje op de rotsen bemachtigd, waar we kunnen genieten van de zon.
Op onze weg terug bemerken we dat onze schuilplaats niet zo afgelegen was als we dachten, het lijkt eerder een kijkpunt voor iedere wandelaar die hier langs komt. Omdat dit dorp niet echt iets voor ons is, rijden we verder naar Ágios Stefanos, een ander vissersdorpje. Langs een weg met ravijnen & haarspeldbochten, komen we in het charmante dorpje aan, wat bestaat uit bijna uitsluitend taveernes. We nemen plaats in de meest gezellige taverne van dit dorp, ‘Taverna Eucalyptus’, vlak aan het strand, op enkele meters verwijderd van het water. De inrichting is typisch Grieks met zijn houten tafeltjes, bedekt met blauwwit tafellinnen. We bestellen 3 voorgerechten, mosseltjes, spinazietaart & een auberginemix, welke allemaal voortreffelijk smaken. Dan zetten we koers naar Kesali. Bij het zien van de bejaarden onder hun parasol op het strand, één waagt zich zelfs ter water met heuse zwemarmbanden, keer ik de wagen en rijden we verder naar Perithia, een spookdorp…
Perithia, een dorp waar nu slecht 6 personen meer wonen - waar blijkbaar 4 ervan een taverne hebben & 2 een kleine toeristenshop - bestaat verder uit 2 kerkjes, kerkhof & wat vervallen huizen. Toch is het hier aangenaam slenteren door de kleine paadjes. We bekijken enkele bouwvallige woningen, maken een korte wandeling langs het dorp totdat we terug bij het kerkje uitkomen met zijn typisch Grieks klokkentorentje. We drinken iets in de oudste taverne & verbeelden ons dat dit een ideale plaats zou zijn om trouwfeesten te geven. Na de wandeling hebben we wat rust verdiend en rijden verder richting Roda, met zijn groot zandstrand. We vinden een beter plaatsje, Cape Astrakeris, waar elfje haar handdoek uitspreidt naast de enige grassprieten die hulpeloos alleen op het strand staan. We lezen er ons boekje & worden enkel gestoord door een oude dame die over het strand wandelt. Voor de rest zijn we daar helemaal alleen. Dat is ook wel te wijten aan de ondergaande zon, denk ik.
Het toeristische Sidari, met zijn vele bars & taveernes, passeren we als we de zon volledig willen zien ondergaan in Peroulades. In de reisgids staat vermeld dat dit een verlaten afgelegen zandstrand is, nu zijn er talrijke terrassen met uitkijkpunten voor de vele toeristen die speciaal de zonsondergang van hieruit willen gadeslaan. Wel grappig, maar toch blijft het hier best romantisch om tussen de vrijende koppeltjes te gaan zitten. Het dorpje wat verderop is het eerste dat er echt authentiek uitziet, idem dito voor het restaurant. De uitbater is eerst wat nors tegen ons omdat we eerst gingen plaatsnemen in het restaurant recht tegenover hem, maar als elfje haar beste (nou ja) Grieks boven haalt, verdwijnt zijn boosheid in een oprechte vriendelijkheid. We eten er een meze voor 2 en dit voor amper €20. De kittens die hier rondlopen, krijgen het teveel aan vlees toegeworpen, tot ergernis van de uitbater die de kleine poesjes wegjaagt.
Het is nu aardedonker op de weg. Met trage snelheid begeven we ons naar Eliana terug waar we om 22h30 aankomen. Ik kruip het bed in, elfje leest eerst nog haar boek uit tot 01h45. Ze leeft totaal mee met de personages, zegt ze. Volgens mij is ze enkel te nieuwsgierig…


28 september


Na hetzelfde ontbijt als de vorige dagen, vertrekken we met de Fiat Panda omstreeks 10h. We nemen kleine wegeltjes en komen zo op mooie en rustige plaatjes. Een schoenwinkelwagen rijdt voor ons uit. Grieken en mode, het lijkt nergens op…
Vandaag gaan we de bergen over, dit betekent draaien, haarspeldbochten en toeristen op een slakkengang… Het stadje Ano Korakiana is gelegen tegen een berghelling en geeft prachtige zichten over het eiland. We vervolgen de kronkelweg naar Sokraki, een klein dorpje met 2 cafés en een winkeltje. Als we een wandelingetje maken, leidt een oud dametje in modieuze schort & hoge zwarte kuisen ons mee naar haar tuintje, waar we elk basilicum en een grote bloem toegestopt krijgen. Ze zegt dat we iets moeten drinken bij het café om de hoek, waar haar dochter hoogstwaarschijnlijk uitbaatster zal zijn. Ik drink er een gemberbier, wat eerder op Gini lijkt. Elfje drinkt water. Gelukkig maar, want na 5 minuten krijg ik het water over me heen. Elfje & handigheid gaan niet echt samen…
Langs een zandweg, via Toubletas, komen we aan in Angelokastro. Elfje besproeit enkele dorenstruiken en langs een wandelpad komen we aan bij de ingang van het Angelokastro. De toegang wordt ons geweigerd, er zijn herstellingswerken aan de gang. Als er een groep Duitse toeristen afkomen met gids, proberen we mee aan te sluiten, maar uiteindelijk mogen ook zij niet binnen. Terug naar af dus en we rijden het dorpje binnen voor het kopen van enkele sandwiches. Twee oude dames, gekleed in schorten, witte kapjes en zwarte kousen, houden nauwlettend alles in de gaten. De roddellaars van het dorp!
Vanuit de hoogte zien we de prachtige baaien van Paleokastritsas liggen, maar bij het zien van het aantal toeristen, maken we rechtsomkeer en stoppen uiteindelijk in Liapades, waar we onze handdoek uitspreiden op het keienzandstrand. De baai met zijn hoge rotsen en groene beplanting lijkt goed te passen bij het heldere blauwe water. Na 2 uurtjes te lezen en elfje te slapen drinken we nog iets in het restaurant met uitzicht over de baai. Tja, toeristisch maar wel mooi en gezellig.
Overal waar men komt in Corfu, vindt men richtingaanwijzers naar Sunsetviews, een Sunsetparking of een Hotel Sunset. Ook in Pelekas kunnen we door een verrekijker kijken over het eiland, naast het Sunsetrestaurant. Na het verre zicht gaan we naar Sinarades, een pittoresk stadje. We parkeren de auto op het dorpsplein en maken een kleine wandeling door de smalle steegjes. We zien een familie wijn maken, wat verder krijgen we uitleg van een vrouw in het zwart. Zwart is hier blijkbaar een modekleur, toch lijken de ontwerpen nergens op. Modieus zijn kennen ze niet, hier zijn ze eerder traditioneel. We nemen plaats op het terras van het enige restaurant dat het dorp rijk is en bestellen een Koum-Kouat en souvlaki, geroosterde kalfssatés met frietjes. Als we de rekening krijgen zijn we verbaasd en voelen ons bedrogen omdat we uiteindelijk (hooguit) €2 te veel betaald hebben.
Dan moeten we terug in dat pikdonker naar huis. We moeten noodgedwongen Corfu-stad binnenrijden, daar onze weg zoeken, om rond 22h30 vermoeid aan te komen in ons hotel.


29 september

Vandaag wordt het een rustdag. Toch moeten we opstaan om ons ontbijt niet te ontlopen. Nu zitten we niet te dicht bij grote ramen & zien dat de wespen de andere dames lastigvallen, die wild om zich heen slaan. Hun mannen eten rustig verder en trekken zich niks aan van de belagers van hun vrouwen.
Boven neem ik plaats op het terras met mijn boek in de hand en een Ouzo binnen handbereik. Elfje kruipt nog eens het bed in.
Om 12h nemen we de bus naar Corfu. Ik moet nog snel de winkel binnenspringen om elfje te halen die overhaast het fruit aan de verkoopster geeft en zonder betalen & zonder fruit de winkel verlaat. We slenteren wat rond in Corfu-stad, vooraleer we de bus naar Achillo kunnen nemen. Een slager op de hoek van de straat vertelt ons dat we een busticket moeten kopen in de kruidenierswinkel aan de andere kant van de straat.
Na het betalen van €6/p.p. kunnen we in Achillo het neoclassistische paleis bezoeken waar keizerin Sisi van Oostenrijk (de ‘echte Romy Schneider’) heel wat levensdagen in eenzaamheid gesleten heeft. De mooie tuin geeft een mooi uitzicht over Corfu. Het gebouw echter, is een architectonische mislukking. We kunnen enkel de benedenverdieping bezichtigen. Het paleis is gebouwd ter ere van Achilles, waarvan 2 beelden in de tuin staan. Eén als strijder en het mooiste & bekendste beeld als lijder. Ik krijg een volledige onthulling van de Achillessage van reisleidster ‘Silvy’, waardoor ze niet te zien krijgt hoe een toeriste achteruit stapt om een foto te nemen & languit plat gaat, struikelend over een plant. Als ik haar vertel wat er gebeurd is, schiet ze prompt in de lach. Ook discretie en elfjes gaan niet goed samen, geloof ik.
Terwijl we wachten op de bus, kopen we elk een ijsje. Eerst krijg ik chocolade op mijn T-shirt, dan zie ik chocolade op elfje haar jurk, daarna op mijn rugzak en wat later ligt er chocolade op de grond van het bushokje. Ter info: mijn ijsje was enkel met aardbei!
Als tijdverdrijf past elfje enkele hoedjes, waarvan de meeste haar beeldig staan. De bus arriveert 1 uur later dan normaal, zodat we pas om 18h in Corfu-stad aankomen. We drinken een aperitief (Ouzo & Campari) bij een Sinbad look-a like. Daarna gaan we naar één van de gezelligste restaurants van de stad, gelegen langs de trap van een omhooglopend winkelstraatje. De overvriendelijke ober geeft wat uitleg bij het menu en wijst ons een tafeltje aan. Als elfje een fles droge witte wijn bestelt & de ober ogenblikkelijk zegt dat dit geen probleem is, voel ik nattigheid voor een gepeperde rekening. We krijgen een extra lekkere grote salade voorgeschoteld als voorgerecht, de visschotel voor twee valt iets tegen. De fles wijn echter is héél lekker. Het is daar gezellig zitten met elfje naast mij, totdat we de rekening gepresenteerd krijgen. €94 is echt wel veel te hoog. Die €13,5, zou dat voor het halve litertje water zijn? En die €30 voor de fles witte wijn? Bij nadere uitleg krijgen we te horen dat de salade €13,5 kost. Salade? Die is toch bij het menu inbegrepen? Nee, nee, zegt de smalende ober, ik heb gezegd dat U kon beginnen met een salade. Dit betaal ik niet, zeg ik hem! Elfje kijkt verongelijkt & staat op en checkt het menu aan de muur. De ober gaat mee & probeert haar te overtuigen van het misverstand. Op de menukaart staat geen prijs bij de salade, wat dus wil zeggen dat deze wel degelijk inbegrepen is bij het menu. Toch twijfelt ze om de salade uiteindelijk toch maar te betalen. Ik blijf bij mijn standpunt. IJzig vertel ik hem dat ik dit écht niet betaal. Hij vertrekt met de rekening, praat met de persoon aan de kassa & komt terug met een rekening waar de prijs voor de salade geschrapt is. We vragen ons af hoeveel toeristen hier zo al opgelegd zijn. Wat later moeten we lachen als we merken dat ze de halve liter water vergeten aan te rekenen zijn.
Met de bus keren we terug naar het hotel. De hond van enkele dagen geleden komt de straat opgewandeld, zet zich neer in het midden van de baan en produceert een gedraaide drol. Ik stel elfje gerust dat kakkende honden niet bijten…


30 september

Onze laatste dag dat we kunnen profiteren van een auto. Deze keer krijgen we een kleine Hyundai aangeboden. Rond 10h30 vertrekken we ermee richting Lefkimi op zoek naar zoutmijnen. We nemen een weg langs de kust en door olijfbomenvelden. Er is niet veel te beleven. Ook Kavos, een grote uitgangsbuurt bekoort ons niet. We rijden dan maar terug en stoppen aan het Korisionmeer. Het is al middag en we besluiten om eerst wat te eten bij het dichtst bijzijnd restaurantje en eten daar ‘bijna volledig ontdooide versbereide mousaka’. Als het begint te waaien & als we opkomende regenwolken zien, loop ik met overvolle maag naar de auto. Elfje zou niet meer kunnen vliegen met natte vleugeltjes hé. We rijden naar het strand. Daar begint het stevig te regenen, alle hemelsluizen gaan open. Dan maar schuilen in de auto. Als tijdverdrijf begint elfje een badkamerplan te tekenen. Ze houdt geen rekening met maten en afmetingen & ik begin me te ergeren aan zo weinig inzicht. Gelukkig houdt de regen het na een half uurtje voor gezien…
We wandelen dan op het grote zandstrand, nu bijna helemaal verlaten. We zijn verwonderd dat we toch nog een strand zien, zo verlaten. Wat verder zijn de duinen bezaaid met kleine bosjes of struikjes. Uiteindelijk steken we de duinen over naar het meer. Maar de zon schijnt zo mooi, ’t is warm & we besluiten om een plekje tussen de bosjes op te zoeken, waar we eventjes genieten van de zon.
Maar we voelen er ons niet veilig. Er liggen opvallend veel kardoezen in het zand, zodat we sneller dan gepland onze tocht verder zetten. Op de grote vlakte wil elfje rondgedraaid worden zoals toentertijd. Het kost me geen enkele moeite om het elfenlijfje rond mijn as te draaien. Omgekeerd lukt het niet echt & we vallen beiden in het zand. Aan de opgewaaide zandstenen probeert elfje me te tonen hoe het werk van een fotomodel eruitziet. Echt, ik geloof er geen snars van…
We zoeken nog wat vissersdorpjes op, Notos & Petritis. Enkele plezierbootjes, wat visnetten & een restaurant, wat dacht je? Meer is er niet te zien. We nemen een klein zandweggetje langs de kust & rijden zo terug naar Dassia.
Nu we de laatste dag de wagen hebben, willen we er optimaal gebruik van maken & beslissen we om nog eens te gaan eten in Ágios Stefanos. Maar het regent hevig en het is gevaarlijk rijden met die kleine bandjes door de stromende regen. Drie kwartier later zijn we pas op bestemming & met de koplampen verlicht ik het gehele terras, omdat ik elfje er zo droog mogelijk wil afleveren. De uitbaters zijn verwonderd dat we speciaal vanuit Dassia hierheen komen. We nemen sardines als voorgerecht, langoustines als hoofdgerecht & ik sluit af met een stuk walnotencake. De uitbater heeft nog in Canada gezeten met een Belgische patissier & prijst de Belgische taarten aan.
De regen is gestopt & we keren veilig terug naar het hotel. Elfje was wat bang, maar vond het beslist de moeite waard om haar maagje voor de tweede maal te vullen bij ‘Taverna Eucalyptus’…


1 oktober

Aan de ontbijttafel krijgen we nog steeds hetzelfde ontbijt voorgezet, zitten nog steeds dezelfde mensen. De één al wat bruiner dan de andere. De bijen zijn verdwenen door de regen die het zwembad doet overlopen. Het is koud en grijs. Een weertje om terug in bed te kruipen. Ik heb nog veel werk, moet nog enkele honderden pagina’s van mijn John Irvingboek lezen. Elfje kruipt dieper onder de dekens en slaapt nog meer dan een uur.
Tegen de middag houdt het op met regenen, en in de verte zien we blauwe wolken verschijnen. Dan maar terug naar Corfu-stad met de bus van 12h. Daar wachten we aan de bushalte voor Kanoni, samen met enkele ongeduldige bejaarde Hollandse dames, een andere Nederlander & een koppel Belgen, welke het verschil in taal willen aantonen. Ik onthoud me aan het gesprek, het lijkt nergens op. Drie kwartier gezeur later, komt tot mijn opluchting de bus aangereden, alsook ter opluchting van de anderen. Een kwartiertje verder, stappen we van de bus. We zijn er sneller dan verwacht. In al haar haast vergeet een Belgische toeriste haar rugzak. Ze loopt de bus achterna. Tevergeefs… Tien minuten later zien we haar terug met de rugzak in haar handen. Hoe die hier gekomen is? Geen flauw idee…
Het doel van deze trip is het bezoek aan ‘Mouse Island’, een klein eilandje met een kapel erop gebouwd. €2,5 om tot ginder te varen? Vergeet het! We lopen gewoon de steiger af, bekijken eens het klooster en kapel van Vlacherna. Elfje begint het fotograferen leuk te vinden en onderwerpt me als fotomodel. Als de grijze wolken terug beginnen opzetten, en het begint te druppelen, maken we ons snel uit de voeten. Net op tijd zijn we bovenaan de stenen trap en kunnen op een overdekt terras schuilen voor de pletsende regen. We zitten net naast de startbaan van de luchthaven en krijgen van vlakbij opstijgende vliegtuigen te zien als animatie. Als de zon begint door te breken, wagen we ons te voet voor de afdaling naar Corfu-stad. De reclameborden naast de weg doen ons watertanden naar een lekkere Mc Donalds-hamburger. We lopen elk straatje af in het centrum van de stad. Het enige wat we vinden is een Grieks hamburgerrestaurant, goed genoeg om onze zoektocht te staken. Als we na de maaltijd terug op straat staan, ontdekken we de enige echte Mc Donalds net om de hoek. Terug begint het hevig te regenen. We verschansen ons op een terras aan de Esplanada en drinken Campari en een koffie met Sambuca. Alcohol warmt het lichaam wel degelijk een beetje op. Wat verder moeten we nog steeds schuilen, nu met chocolademelk en koffie. Als het wat minder regent, gaan we de uitdaging aan: hoe geraken we zo droog mogelijk aan de bushalte? Hand in hand stappen we onder de luifeltjes van de winkeltjes, bij hardere regen kopen we een olijvenschaaltje, we passeren het oplichterrestaurant om zo bij de gesloten handtassenwinkel te komen. Pech! Dan onder de paraplus van de taveernes door, het tunneltje naast de ingang van het nieuwe fort onderdoor & onder de kleine zeiltjes van de vis- en groenteverkopers van het marktje, bereiken we de bushalte. Net voor onze neus slaat de motor van de bus aan & springen de omstaande toeristen (maar ook wij) in paniek. Maar de bus wacht nog even, gelukkig maar. We zijn terug in het hotel om 19h, we douchen en ik lees nog wat in bed. Dan gaan we eten in een typisch Grieks restaurant, iets verder gelegen langs de grote baan. Er is bijna geen volk, het toeristenseizoen zit er bijna op. Alles is rustig, zelfs de honden laten ons met rust op de terugweg. Rond middernacht kruipen we het bed in, nadat de valiezen voor het grootste gedeelte gemaakt zijn…


2 oktober

Ik heb slecht geslapen deze keer, was bezig met het installeren van de nieuwe badkamer en zag enkele problemen die moeten opgelost worden. Uiteindelijk heb ik toch maar wat gelezen. We staan op om 6h30. Een uurtje later staan we in de lobby gepakt en gezakt en krijgen we elk een klein lunchpakket aangereikt. De bus is er pas om 8h30, die brengt ons naar de luchthaven. Een Franstalig zwaarlijvig echtpaar checkt samen met ons in. Bij een tussenlanding in Kreta, hebben ze moeite om de trap af te komen die naar de luchthavenbus leidt. Als die bus propvol zit en enkel zij er nog bij moeten, rijdt de chauffeur weg. Het komische echtpaar mag op een extra ingelegde bus stappen, voor hen alleen om zo naar het vliegtuig gevoerd te worden tot groot plezier van elfje. In het vliegtuig, bij de landing in Zaventem, wacht de grappige man om mij te laten passeren. Als dank knik ik en krijg van hem met opgestoken vuist als afscheid te horen: ‘Salut et Rock ’n’ Roll’…


EINDE

1 reacties:

Anonymous Anoniem zei...

veel geleerd

december 12, 2009 5:42 a.m.  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage